by T Van Laer · 2012 — De buitencontractuele aansprakelijkheid (ook wel aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad) is een vorm van burgerlijke aansprakelijkheid, naast de contractuele
148 KB – 16 Pages
PAGE – 1 ============
Burgerlijke en strafrechtelijke aansprakelijkheid Het begrip aansprakelijkheid is een rechtsfiguur die aangeeft op grond waarvan iemand kan worden aangesproken voor het niet nakomen van zijn contractuele en/of maatschappelijke ve rplichtingen. Wanneer de milieucoördinator zijn taken en plichten niet naar behoren uitvoert, is hij mogelijkerwijze aansprakelijk. Dit geldt zowel wanneer de milieucoördinator effectief een fout begaat als wanneer hij door een nalatigheid of onachtzaamhei d zijn taken en plichten niet nakomt. Aansprakelijkheid voor het niet – naleven van taken en verplichtingen Burgerlijke/civielrechtelijke aansprakelijkheid De burgerlijke aansprakelijkheid regelt de verhoudingen tussen burgers onderling en is essentieel ver bonden aan het schadebegrip. De milieucoördinator zal op burgerlijk vlak slechts aansprakelijk kunnen worden gesteld en de schade moeten vergoeden als door zijn fout of nalatigheid schade is veroorzaakt. Zolang geen schade is veroorzaakt, is er geen gronds lag voor burgerlijke aansprakelijkheid. Naast het aanzetten tot zorgvuldig handelen , heeft de burgerlijke aansprakelijkheid dus een vergoedend karakter en streeft zij ernaar om opgelopen schade te laten herstellen. De burgerlijke aansprakelijkheid kan ve rder worden onderverdeeld in verscheidene subcategorieën naargelang de juridische grondslag op basis waarvan de milieucoördinator kan worden aangesproken. Voor de milieucoördinator zijn meer in het bijzonder volgende subcategorieën van belang: de buitenco ntractuele aansprakelijkheid of aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad: dit is de aansprakelijkheid van de milieucoördinator voor schade die hij aan derden door zijn fout of nalatigheid veroorzaakt. Bijvoorbeeld aan buurtbewoners van de inrichting waar h ij is tewerkgesteld; de contractuele aansprakelijkheid : hier is de milieucoördinator aansprakelijk wanneer de schade het gevolg is van een contractuele wanprestatie, met name wanneer de milieucoördinator niet voldoet aan zijn contractuele verplichtingen; de bestuurdersaansprakelijkheid : deze aansprakelijkheid situeert zich in het kader van het vennootschapsrecht en houdt de aansprakelijkheid in van de bestuurders van de vennootschap ten opzichte van deze vennootschap en ten opzichte van derden omwille van de functie die zij als bestuurder bekleden. Van bestuurdersaansprakelijkheid kan slechts sprake zijn als het een bestuurder van de vennootschap is die wordt aangewezen als milieucoördinator. In dit verband is het van belang er op te wijzen dat het niet zo nder meer evident is dat de bestuurders van een vennootschap effectief kunnen worden aangewezen als milieucoördinator. Uit de algemene taakomschrijving van de milieucoördinator, opgenomen in artikel 3.2.2 van het Decreet Algemene Bepalingen Milieubeleid (D ABM) en bevestigd in artikel 4.1.9.1.3 van VLAREM 2, blijkt immers dat de milieucoördinator in bepaalde mate onafhankelijk moet optreden en in se niet geacht wordt te behoren tot de bedrijfsleiding. Niettemin zal het voor sommige kleinere
PAGE – 2 ============
orbeeld een raad van bestuur bestaat met drie bestuurders en geen of nauwelijks ondergeschikt personeel, bijna ondenkbaar zijn om geen bestuurder als genoodzaakt zijn gebruik te maken van externe milieucoördinatoren. Vandaar dat ook de bestuurdersaansprakelijkheid mogelijkerwijze een rol kan spelen binnen het aansprakelijkheidsregime van de milieucoördinatoren. Strafrechtelijke aansprakelijkheid De strafrechtelijke aansprakelijkh eid speelt in tegenstelling tot de burgerlijke aansprakelijkheid in de verhouding tussen de burgers en de staat. Hier speelt de aansprakelijkheid zodra een schending van een strafrechtelijk gesanctioneerde bepaling voorligt en moet er bijgevolg geen sc hade berokkend zijn. Het strafrecht heeft immers geen vergoedend karakter zoals het burgerlijk recht, maar streeft ernaar om de overtreder van strafrechtelijk gesanctioneerde normen te straffen. Deze strafrechtelijk gesanctioneerde normen zijn wettelijk v astgelegde gedragsnormen waarin de staat/wetgever heeft bepaald welke gedragingen in onze maatschappij niet aanvaardbaar zijn. In deze gedragsnormen wordt eveneens bepaald welke sancties gelden bij overtredingen. Zo wordt het uitbaten van een vergunningspl ichtige inrichting zonder milieuvergunning bijvoorbeeld strafbaar gesteld ingevolge Titel XVI van het Decreet Algemene Bepalingen Milieubeleid Belang van onderscheid tussen burgerlijke en strafrechtelijke aansprakelijkheid Het bepalen van de soort(en) aans prakelijkheid (burgerlijke en/of strafrechterlijke) waarvan sprake in een concreet geval is van belang voor de inhoud van de aansprakelijkheid, de bevoegde rechtbank en de verjaringstermijn die zal spelen. Dit gebeurt geval per geval door onder meer na te gaan wie of wat de schade heeft veroorzaakt, welke schade is veroorzaakt, welke fout is begaan, enz. Verder is het van belang er op te wijzen dat eenzelfde handelen of nalaten kan leiden tot verscheidene soorten aansprakelijkheid, bijvoorbeeld wanneer de overtreding van een strafrechtelijk gesanctioneerde norm (strafrechtelijke aansprakelijkheid) eveneens schade aan derden veroorzaakt (burgerlijke aansprakelijkheid).
PAGE – 3 ============
Buitencontractuele aansprakelijkheid van milieucoördinator De buitencontractuele aansprakelijkheid (ook wel aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad ) is een vorm van burgerlijke aansprakelijkheid, naast de contractuele aansprakelijkheid en de bestuurdersaansprakelijkheid. Dit betekent dat ze in e ssentie een vergoedend karakter heeft en erop gericht is om veroorzaakte schade te laten herstellen. De buitencontractuele aansprakelijkheid betreft de aansprakelijkheid van de milieucoördinator voor schade die hij aan derden veroorzaakt door zijn fout of nalatigheid, bijvoorbeeld aan buurtbewoners van de inrichting waar hij is tewerkgesteld. Wettelijk kader De grondslag voor deze aansprakelijkheid is te vinden in de artikelen 1382 tot 1386 bis van het Burgerlijk Wetboek (BW). Voor de milieucoördinator zij n enkel de artikelen 1382 tot en met 1384 BW relevant. Artikelen 1382 en 1383 BW betreffen de algemene buitencontractuele aansprakelijkheid voor respectievelijk de schade veroorzaakt door een fout en de schade veroorzaakt als gevolg van een nalatigheid/onz orgvuldigheid. Artikel 1384 BW bevat vervolgens enkele specifieke vormen van buitencontractuele aansprakelijkheid, waarvoor geen fout of nalatigheid van de aansprakelijke wordt vereist. Zo kan men aansprakelijk worden gesteld voor de gebreken van zaken die men onder zijn bewaring heeft of voor personen die men heeft aangesteld. Deze vorm van buitencontractuele aansprakelijkheid wordt ook wel objectieve aansprakelijkheid genoemd. Toepassingsgebied Opdat men de milieucoördinator zou kunnen aanspreken, moet e r sprake zijn van een fout of (in het geval van een objectieve aansprakelijkheid) van een tot aansprakelijkheid aanleiding gevende gedraging of gebeurtenis. Daarnaast moet ook schade en een causaal verband tussen de fout en de schade voorhanden zijn. Zijn deze drie elementen (fout, schade en causaal verband) aanwezig, dan zal de milieucoördinator aansprakelijk zijn en de schade moeten herstellen. Zo zal iemand die een milieuverontreiniging veroorzaakt, deze moeten saneren en eventuele schade van derden moet en vergoeden. Fout of tot aansprakelijkheid aanleiding gevende gedraging of gebeurtenis Fout Een fout is voorhanden zodra er sprake is van een inbreuk op een reglementaire norm, een nalatigheid of als de algemene zorgvuldigheidsnorm niet wordt nageleefd. Het niet – naleven van een verbod of gebod opgenomen in de milieuwetgeving (bijvoorbeeld het uitbaten van een vergunningsplichtige inrichting zonder te beschikken over de vereiste
PAGE – 4 ============
milieuvergunning) maakt zonder meer een fout uit. Als deze fout schade veroor zaakt en er bijgevolg een causaal verband tussen beide voorhanden is, zijn alle elementen aanwezig opdat de buitencontractuele aansprakelijkheid in het gedrang zou komen. In deze context zullen de decretale taken van de milieucoördinator , opgenomen in het Decreet Algemene Bepalingen Milieubeleid (DABM), dan ook onmiskenbaar een belangrijke rol spelen. Door het opnemen van deze taken in een reglementaire norm, impliceert het niet naleven ervan dat er automatisch sprake is van een fout, begaan door de milieu coördinator. Nu deze taakomschrijving bovendien zeer vaag is geformuleerd, kan de aansprakelijkheid van de milieucoördinator dan ook snel in het gedrang komen. Verder is het van belang er op te wijzen dat zelfs bij naleving van alle wettelijke en reglemen taire bepalingen van een vergunning de aansprakelijkheid van de milieucoördinator alsnog in het gedrang kan komen wanneer een nalatigheid schade veroorzaakt. Tot slot is er sprake van een fout als de milieucoördinator zich niet gedraagt in overeenstemming met de algemene zorgvuldigheidsnorm. Dit impliceert dat de milieucoördinator zich moet gedragen als een bonus pater familias (een goede huisvader). Wanneer hij zich niet als dusdanig gedragen heeft, is er sprake van een fout en komt zijn burgerlijke aansp rakelijkheid mogelijkerwijze in het gedrang. Om te bepalen of de milieucoördinator al dan niet gehandeld heeft als een bonus pater familias , zal zijn gedrag worden vergeleken met dat van een normaal zorgvuldig milieucoördinator, die zich in dezelfde omsta ndigheden bevindt. Er wordt met andere woorden een beoordeling in concreto uitgevoerd waarbij men rekening houdt met de specifieke professionele kennis van de milieucoördinator (dezelfde professionele, sectorale of industriële categorie) en de specifieke o mstandigheden waarin het schadeverwekkende feit zich heeft voorgedaan. Een vergissing die elke milieucoördinator verkerende in dezelfde omstandigheden zou begaan, maakt dus geen fout uit. In deze context is het eveneens van belang te wijzen op het bestaan van specifieke criteria (bijvoorbeeld het handelen volgens de stand van de technologie, de normale uitbatingstechnieken, de best beschikbare technologie, enz.) die men hanteert binnen het milieurecht. Uiteraard zal men mogelijkerwijze met deze specificati es rekening moeten houden bij het beoordelen of de milieucoördinator al dan niet gehandeld heeft als een bonus pater familias . Een tot aansprakelijkheid aanleiding gevende gedraging of gebeurtenis In een beperkt aantal wettelijk bepaalde gevallen kan de b uitencontractuele aansprakelijkheid eveneens in het gedrang komen als er geen fout voorhanden is, maar wel een tot aansprakelijkheid aanleiding gevende gedraging of gebeurtenis. Een aantal van deze gevallen zijn ook relevant voor de milieucoördinator: bew aarder van een gebrekkige zaak : art. 1384, lid 1 Burgerlijk Wetboek bepaalt dat men aansprakelijk is voor zaken (bijvoorbeeld machines) die men onder zijn bewaring heeft. Om aansprakelijk te worden gesteld op basis van art. 1384, lid 1 BW volstaat het dat men bewaarder is van de zaak. Een fout, noch eigendom is vereist opdat de aansprakelijkheid van de bewaarder in het gedrang kan komen. Het is echter wel vereist dat de zaak waarvan men bewaarder is een abnormaal gebrek vertoont (dit is een afwijking van de kenmerken waarover de zaak normaal beschikt) en het dit gebrek is dat
PAGE – 5 ============
de schade heeft veroorzaakt. Voor zover de milieucoördinator bij de uitvoering van zijn taken bewaarder is van machines en dergelijke meer, kan zijn aansprakelijkheid desgevallend op ba sis van dit artikel in het gedrang komen; fout van de aangestelde : art. 1384, lid 3 Burgerlijk Wetboek bepaalt dat aanstellers aansprakelijk zijn voor hun aangestelden voor de schade die deze laatste veroorzaken in de bediening waartoe zij hen gebezigd he bben. Dit betekent dat de aansteller aansprakelijk is voor de fouten begaan door de aangestelde binnen de perken van zijn tijdens de dienst naar aanleiding van de bediening . De aansteller is dus aans prakelijk zodra het schadeverwekkend feit verband houdt met de functie, zelfs wanneer dit verband onrechtstreeks of occasioneel is. Deze aansprakelijkheid speelt onder meer in de verhouding werkgever – werknemer. Wanneer een milieucoördinator – werknemer een f out beg aat die schade veroorzaakt aan een derde, kan deze laatste op basis van art. 1384, lid 3 Burgerlijk Wetboek de werkgever van de milieucoördinator aanspreken voor de schade die hij heeft geleden; bijzondere aansprakelijkheden in het milieurecht : he t milieurecht voorziet zelf ook in een aantal bijzondere aansprakelijkheden waarbij de fout van de veroorzaker niet moet bewezen worden. Het is voldoende dat de schade zich heeft voorgedaan en ze via een bepaald doen of nalaten kan gekanaliseerd worden naa r de aansprakelijke persoon. Zo moet bij nieuwe bodemverontreiniging niet worden aangetoond dat de veroorzaker ervan een fout heeft begaan (artikel 16 Bodemdecreet) Schade Vooraleer de milieucoördinator aansprakelijk kan worden gesteld, moet het slachtoff er het bestaan en de omvang van de schade bewijzen. In principe komt alle schade (lichamelijke schade, zaakschade, morele schade, enz.) voor vergoeding in aanmerking voor zover ze een zeker en persoonlijk karakter vertoont. Het zeker karakter van het gele den nadeel betekent dat de schade moet vaststaan (bijvoorbeeld een persoon die in aanraking kwam met vervuild water en duidelijke brandwonden heeft) en zij niet louter hypothetisch mag zijn. Nochtans kan ook toekomstige schade (bijvoorbeeld het feit dat ie mand kanker zal ontwikkelen) in aanmerking komen, voor zover vaststaat dat het gaat om de normale ontwikkeling van een actueel zekere toestand. Het persoonlijk karakter impliceert dat men geen schadevergoeding kan vorderen voor een door een ander geleden verlies of voor een aantasting van de algemene of collectieve belangen. Nu het leefmilieu een collectief belang is, kan men dus niet zonder meer een vordering tot schadevergoeding instellen voor eventuele schade toegebracht aan het leefmilieu. Nochtans kun nen sommige milieuverenigingen voor bepaalde aantastingen van het leefmilieu, die zij volgens hun statuten beogen te beschermen, schadevergoeding bekomen. Zo werd in het kader van een strafprocedure op burgerlijk vlak een schadevergoeding toegekend aan een VZW, die optrad voor de bescherming van in het wild levende vogelsoorten en die schadevergoeding vorderde wegens schade toegebracht aan het vogelbestand (Correctionele Rechtbank Ieper 14 november 2011, TMR 2012, 347). Verder is het van belang erop te wij zen dat de aantasting van een feitelijk belang volstaat (de schending van een recht is niet vereist) en dat het belang rechtmatig moet zijn (men kan geen schadevergoeding vorderen voor schade toegebracht aan illegale zaken).
PAGE – 6 ============
Oorzakelijk/causaal verband He t bestaan van een oorzakelijk of causaal verband tussen de fout (de oorzaak van de schade) en de geleden schade waarvoor schadevergoeding wordt gevraagd impliceert dat de fout een noodzakelijke voorwaarde is voor het ontstaan van de schade. Met andere woor den, de schade zou zich niet hebben voorgedaan als de fout niet had plaatsgevonden. Eénieder die dergelijke fout hoe licht ook begaat, is aansprakelijk voor deze schade. Gevolgen van aansprakelijkheid Zodra fout, schade en causaal verband voorhanden z ijn en de buitencontractuele aansprakelijkheid bijgevolg vaststaat, is de aansprakelijke ertoe gehouden de schade te herstellen . Dit betekent dat de benadeelde zoveel als mogelijk moet worden geplaatst in de toestand waarin hij zich zou bevinden, mocht de schadeverwekkende handeling niet hebben plaatsgevonden. Het herstel gebeurt bij voorkeur in natura (bijvoorbeeld het saneren van een veroorzaakte vervuiling). Wanneer dit niet langer mogelijk is of de benadeelde afziet van herstel in natura, kan als genoe gdoening een geldelijke schadevergoeding worden toegekend. In dit laatste geval komt in principe alle schade (lichamelijke schade, zaakschade, morele schade, enz.) voor vergoeding in aanmerking. Het bedrag van de schadevergoeding is afhankelijk van de omva ng van de schade en wordt bij betwisting door de rechter vastgelegd. In bepaalde gevallen, met name wanneer redelijkerwijze vaststaat dat de aansprakelijke ook in de toekomst een fout zal begaan waardoor de benadeelde schade zal lijden, kan de rechter ook een verbod of bevel opleggen dat erop gericht is (de verderzetting van) een onrechtmatige daad voor de toekomst te vermijden (bijvoorbeeld de stopzetting van een illegale exploitatie). Beperking van aansprakelijkheid In bepaalde gevallen zal de aansprakel ijkheid van de milieucoördinator beperkt worden, hetzij door de wet (artikel 18 van de Arbeidsovereenkomstenwet), hetzij door de exoneratie – of vrijwaringsclausules opgenomen in het arbeids – of dienstencontract.
PAGE – 8 ============
(artikel 1147, Burgerlijk Wetboek). Dit geldt uiteraard enkel als er geen sprake is van toeval of overmacht (art. 1148, Burgerlijk Wet boek). De schadevergoeding bestaat zowel uit het geleden verlies als uit de gederfde winst (art. 1149, Burgerlijk Wetboek), voor zover deze een onmiddellijk en rechtstreeks gevolg zijn van het niet – uitvoeren van de overeenkomst (artikel 1151, Burgerlijk W etboek). Wanneer het niet – uitvoeren van het contract niet opzettelijk door de milieucoördinator is veroorzaakt, is hij slechts verplicht de schade te vergoeden die was voorzien of die hij had kunnen voorzien ten tijde van het aangaan van het contract (arti kel 1150, Burgerlijk Wetboek). Tot slot is het nog van belang er op te wijzen dat artikel 1144 van het Burgerlijk Wetboek voorziet in de mogelijkheid voor de opdrachtgever om de verbintenissen van de milieucoördinator op kosten van deze laatste te laten u itvoeren. Beperking van aansprakelijkheid In bepaalde gevallen zal de aansprakelijkheid van de milieucoördinator beperkt worden, hetzij door de wet (art. 18 van de Arbeidsovereenkomstenwet), hetzij door de exoneratie – of vrijwaringsclausules opgenomen in het arbeids – of dienstencontract.
PAGE – 9 ============
Bestuurdersaansprakelijkheid van milieucoördinator – bestuurder De bestuurdersaansprakelijkheid is een vorm van burgerlijke aansprakelijkheid, naast de buitencontractuele aansprakelij kheid en de contractuele aansprakelijkheid. Dit betekent dat ze in essentie een vergoedend karakter heeft en er op gericht is om veroorzaakte schade te laten herstellen. De bestuurdersaansprakelijkheid situeert zich binnen het kader van het vennootschapsr echt en betreft de aansprakelijkheid van de bestuurders van de vennootschap ten opzichte van deze vennootschap en ten opzichte van derden omwille van de functie die zij als bestuurder bekleden. Toepassingsgebied Van bestuurdersaansprakelijkheid kan slecht s sprake zijn voor zover het een bestuurder van de vennootschap is die wordt aangewezen als milieucoördinator. In dit verband is het van belang er op te wijzen dat het niet zonder meer evident is dat de bestuurders van een vennootschap effectief kunnen wor den aangewezen als milieucoördinator. Uit de algemene taakomschrijving van de milieucoördinator, opgenomen in artikel 3.2.2 van het Decreet Algemene Bepalingen Milieubeleid en bevestigd in artikel 4.1.9.1.3 van VLAREM 2, blijkt immers dat de milieucoördina tor in bepaalde mate onafhankelijk dient op te treden en in se niet geacht wordt te bijvoorbeeld een raad van bestuur bestaat met drie bestuurders en geen of nauwelijks ond ergeschikt personeel, quasi ondenkbaar zijn om geen bestuurder als milieucoördinator aan te externe milieucoördinatoren. Vandaar dat ook de bestuurdersaansprakelijkh eid mogelijkerwijze een rol kan spelen binnen het aansprakelijkheidsregime van de milieucoördinatoren. Vormen van bestuurdersaansprakelijkheid De bestuurdersaansprakelijkheid is gebaseerd op het Wetboek van Vennootschappen. Binnen dit regime zijn er twee vormen van aansprakelijkheid die mogelijkerwijze van belang kunnen zijn voor de milieucoördinator – bestuurder: de aansprakelijkheid voor gewone bestuursfouten ; de aansprakelijkheid wegens schending van de Vennootschapswet of de statuten . Daarnaast blijft het uiteraard mogelijk dat de milieucoördinator – bestuurder door derden wordt aangesproken op basis van het buitencontractuele aansprakelijkheidsrecht . Aansprakelijkheid voor gewone bestuursfouten De milieucoördinator – bestuurder is overeenkomstig het venn ootschapsrecht in eerste instantie verantwoordelijk voor de vervulling van de hem opgedragen taken en aansprakelijk voor de
PAGE – 10 ============
tekortkomingen in zijn bestuur . Indien een bestuurder bijgevolg de taak van milieucoördinator krijgt opgedragen en hij deze niet op c orrecte wijze uitvoert, zal deze niet – naleving van de hem opgedragen taak een gewone bestuursfout uitmaken. Om te bepalen of de milieucoördinator – bestuurder een gewone bestuursfout heeft begaan, wordt zijn gedrag vergeleken met een normaal zorgvuldige mil ieucoördinator – bestuurder die zich in dezelfde omstandigheden bevindt. Indien hieruit blijkt dat de milieucoördinator – bestuurder een gewone bestuursfout heeft begaan en hierbij schade heeft veroorzaakt aan de vennootschap, kan hij op basis van het vennoots chapsrecht door de vennootschap worden aangesproken voor deze schade (inclusief de schade geleden ingevolge de aansprakelijkheidsvordering van een schadelijdende derde t.o.v. de vennootschap). Deze vordering tot schadevergoeding wegens gewone bestuursfout en kan enkel door de vennootschap worden ingesteld en niet door derden. Zodra de milieucoördinator – bestuurder rechtsgeldig kwijting werd verleend door de algemene vergadering, is hij echter ontheven van deze aansprakelijkheid. Aansprakelijkheid wegens sc hending van de Vennootschapswet of de statuten Een tweede vorm van bestuurdersaansprakelijkheid die relevant kan zijn voor de milieucoördinator – bestuurder is de aansprakelijkheid wegens schendig van de Vennootschapswet of de statuten . Deze aansprakelijkhei d kan spelen als de statuten specifieke bepalingen bevatten over de taken en bevoegdheden van de milieucoördinator – bestuurder, bijvoorbeeld als de statuten de taakomschrijving van de milieucoördinator bevatten. Wanneer de milieucoördinator deze verplichtin gen niet naleeft, kan zijn aansprakelijkheid wegens schending van de Vennootschapswet of de statuten in het gedrang komen. Dergelijke bepalingen zijn evenwel zeldzaam. In tegenstelling tot de aansprakelijkheid voor gewone bestuursfouten kan deze aansprake lijkheid niet enkel door de schadelijdende vennootschap worden ingeroepen, maar evenzeer door derden die schade lijden als gevolg van het niet – naleven van de statutaire verplichtingen. Een rechtsgeldige kwijting verleend door de algemene vergadering zal i n dit geval de milieucoördinator – bestuurder enkel bevrijden van zijn aansprakelijkheid t.o.v. de vennootschap en niet tegenover derden.
PAGE – 11 ============
Strafrechtelijke aansprakelijkheid van milieucoördinator De strafrechteli jke aansprakelijkheid speelt in tegenstelling tot de burgerlijke aansprakelijkheid in de verhouding tussen de burgers en de staat. Deze aansprakelijkheid komt in het gedrang zodra er een schending van een strafrechtelijk gesanctioneerde bepaling voorhanden is. Schade is hiervoor niet vereist. Het strafrecht heeft immers geen vergoedend karakter zoals het burgerlijk recht, maar streeft ernaar om de overtreder van strafrechtelijk gesanctioneerde normen te straffen. Deze strafrechtelijk gesanctioneerde normen zijn wettelijk vastgelegde gedragsnormen waarin de staat/wetgever heeft bepaald welke gedragingen in onze maatschappij niet aanvaardbaar zijn. In deze gedragsnormen wordt eveneens bepaald welke sancties gelden bij overtreding. Zo wordt het uitbaten van ee n vergunningsplichtige inrichting zonder milieuvergunning bijvoorbeeld strafbaar gesteld ingevolge Titel XVI van het Decreet Algemene Bepalingen Milieubeleid (DABM). De milieucoördinator kan op basis van deze bepalingen niet enkel strafrechtelijk aansprak elijk worden gesteld voor zijn eigen fouten, maar in bepaalde gevallen ook voor de misdrijven begaan door het bedrijf waar hij de functie van milieucoördinator vervuld. Eigen fout van milieucoördinator De milieucoördinator kan strafrechtelijk aansprakelij k worden gesteld voor het niet – naleven van zijn decretale verplichtingen . Het niet – naleven van deze verplichtingen wordt immers strafbaar gesteld door Titel XVI van het DABM. Zo werd een milieucoördinator, die tevens de functie van productiechef bekleedde , door de correctionele rechtbank van Dendermonde veroordeeld omwille van het feit dat hij onvoldoende had gewezen op de milieuproblematiek binnen de inrichting en had ingestemd met economische argumenten om bepaalde investeringen uit te stellen (Correctio nele Rechtbank Dendermonde, 4 juni 2002, TMR 2004, 585). Een ander voorbeeld betreft de veroordeling van een milieucoördinator, tewerkgesteld in een eierbrekerij. Nu bleek dat geen enkele interne controle werd uitgevoerd op de naleving van de milieuwetgevi ng en integendeel de regels zelfs bewust werden miskend, werd de milieucoördinator veroordeeld tot een gevangenisstraf van 3 maanden en een geldboete van 500 euro (vermeerderd met opdecimes), waarvan een gedeelte met uitstel (Correctionele Rechtbank Gent, 4 juni 2007, NjW 2007, 947). Gelet op de zeer ruime en vage omschrijving van de decretale verplichtingen van de milieucoördinator leiden deze op het eerste zicht dan ook tot een verregaande strafrechtelijke aansprakelijkheid. Niettemin blijkt uit de prakt ijk dat deze potentieel verregaande aansprakelijkheid beperkt blijft en de toezichthoudende instanties op verstandige wijze de taakomschrijving hanteren. Zo is op heden bij de Afdeling Milieuhandhaving, Milieuschade en Crisisbeheer, de dienst die bevoegd i s voor het opleggen van administratieve geldboeten, geen enkel dossier gekend met betrekking tot het opleggen van een administratieve geldboete aan een milieucoördinator. Ook boven aangehaalde strafrechtelijke veroordelingen zijn eerder uitzonderlijk, nu i n eerste instantie de exploitant van de inrichting zal worden aangesproken.
148 KB – 16 Pages