Er worden drie voorstellen met betrekking tot inclusief onderwijs school-to-employment_Transition-nl.pdf (Laatst geopend in juli 2014).

100 KB – 45 Pages

PAGE – 4 ============
Het European Agency for Special Needs and Inclusive Education (het Agency, vroeger gekend als het European Agency for Development in Special Needs Education) is een onafhankelijke en autonome organisatie, die ondersteund wordt door de lidstaten van het Agentschap en door Europese instellingen (Commissie en Parlement). De uitgave van dit document is mogelijk gemaakt door de steun van de Europese Commissie. Deze publicatie geeft uitsluitend de standpunten weer van de auteur, en de Commissie is niet verantw oordelijk voor enig gebruik van de informatie uit dit document. De standpunten van enig individu in dit document vertegenwoordigen niet noodzakelijk de officiële standpunten van het Agency, de lidstaten of de Commissie. De Commissie is niet verantwoordelijk voor enig gebruik van de informatie uit dit document. Uitgever: Victoria Soriano, personeelslid van het Agency Gebruik van delen van het document is toegestaan, mits er een duidelijke bronvermelding wordt opgenomen. Er dient als volgt naar dit rapport te worden verwezen: European Agency for Special Needs and Inclusive Education, 2014. Vijf kern boodschappen voor inclusief onderwijs . Van theorie naar praktijk . Odense, Denemarken: European Agency for Special Needs and Inclusive Education Voor een grotere toegankelijkheid is dit rapport verkrijgbaar in 22 talen en volledig bewerkbare elektronische formaten, die op de website van het Agency staan: www.european -agency.org ISBN: 978-87-7110-520-9 (elektronisch) ISBN: 978-87-7110-498-1 (ge drukt) © European Agency for Special Needs and Inclusive Education 2014 Secretariaat Østre Stationsvej 33 DK-5000 Odense C Denemarken Tel: +45 64 41 00 20 secretariat@european -agency.org Het kantoor in Brussel Montoyerstraat, 21 BE -1000 Brussel België Tel: +32 2 213 62 80 brussels.office@european -agency.org www.european -agency.org Vijf kernboodschappen voor inclusief onderwijs 2

PAGE – 5 ============
INHOUDSOPGAVE INLEIDING . 5 SAMENVATTING . 6 ZO VROEG MOGELIJK 8 Inleiding . 8 Vroegtijdige interventie .. 8 Vroegtijdige onderkenning en assessment .. 9 Vroegtijdige ondersteuning 9 Transitie plannen . 10 INCLUSIEF ONDERWIJS IS GOED VOOR IEDEREE N 12 Inleiding .. 12 Inclusief onderwijs als een aanpak voor het verbeteren van de prestaties voor alle leerlingen 13 ‚Wat goed is voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften is goed voor alle leerlingen™ .. 14 Monitoring van vooruitgang 16 HOOGGEKWALIFICEERDE PROFESSIONALS . 17 Inleiding .. 17 Initiële lerarenopleiding en opleiding op de werkplek . 17 Het profiel van inclusieve leraren en andere professionals 18 Aanpak aangaande werving . 18 Positieve attitudes .. 19 Netwerking en coördinatie .. 20 ONDERSTEUNINGSSYSTEM EN EN FINANCIERINGSM ECHANISMEN .. 22 Inleiding .. 22 Ondersteuningssystemen en financieringsmechanismen 22 Vroegtijdige interventie (ECI) .. 23 Inclusief onderwijs en praktijk in de klas 24 Beroepsonderwijs en -training (VET) 25 Informatie – en communicatietechnologie (ICT) 26 Van theorie naar praktijk 3

PAGE – 8 ============
SAMENVATTING De internationale conferentie was een nuttig platform om na te denken en te spreken over inclusief onderwijs vanuit verschillende perspectieven en met alle relevante stakeholders. De kernboodschappen van de conferentie waren onder andere: hoe omgaan met verschillen; hoe leerlingen, leerkrachten en fa milies ondersteunen; hoe voordeel halen uit verschillen in onderwijs; hoe de juiste maatregelen implementeren; en hoe het best investeren. Het Agency koos vijf kernboodschappen die dieper werden besproken, hetgeen tot verdere overwegingen en acties heeft geleid. De deelnemers hebben een aantal overwegingen en voorstellen voorgesteld voor acties die verband houden met de kernboodschappen : Zo vroeg mogelijk : alle kinderen hebben het recht de juiste ondersteuning te krijgen, zo snel mogelijk en telkens dit nod ig is. Dit omvat coördinatie en samenwerking tussen de diensten, geleid door een van de desbetreffende diensten. De betrokken stakeholders moeten een goede onderlinge communicatie uitbouwen, waarbij ze informatie kunnen begrijpen en aan elkaar kunnen geven . Ouders zijn de belangrijkste stakeholders. Inclusief onderwijs is goed voor iedereen : inclusief onderwijs streeft ernaar kwaliteitsvol onderwijs te geven aan alle leerlingen. Om een inclusieve school te bereiken is ondersteuning van de gehele gemeenschap nodig: van besluitvormers tot eindgebruikers (leerlingen en hun families). Samenwerking is vereist op alle niveaus en alle stakeholders moeten een visie op lange termijn hebben Œ het type jonge mensen die de school en de gemeenschap willen ‚produceren™. E r zijn veranderingen in terminologie, attitudes en waarden nodig, die de meerwaarde van diversiteit en gelijke deelname weerspiegelen. Hooggekwalificeerde professionals : opdat leerkrachten en andere onderwijsprofessionals klaar zouden zijn voor inclusie, zijn veranderingen nodig in alle opleidingsaspecten Œ opleidingsprogramma™s, dagelijkse praktijken, werving, financiën, enz. De volgende generatie leerkrachten en onderwijsprofessionals moeten klaar zijn om leerkrachten/opleiders te zijn voor alle leerlinge n; ze moeten niet enkel in termen van competenties, maar ook in termen van ethische waarden worden opgeleid. Ondersteuningssystemen en financieringsmechanismen : de beste indicatoren voor financiering vind je niet in de financiën, maar in het meten van doel treffendheid en prestaties. Het is essentieel uitkomsten te overwegen en Vijf kernboodschappen voor inclusief onderwijs 6

PAGE – 9 ============
ze te relateren aan de inspanningen die zijn gedaan om ze te bereiken. Dit omvat monitoring en meten van de doeltreffendheid van systemen om financiële middelen te richten op succesvo lle benaderingen. Beloningsstructuren moeten ervoor zorgen dat er meer financiële ondersteuning beschikbaar is als leerlingen in inclusieve settings worden geplaatst, en dat er een grotere nadruk wordt gelegd op uitkomsten (niet enkel academische). Betrouw bare gegevens : het verzamelen van betekenisvolle, kwalitatieve gegevens vereist een systematische benadering waarin zowel leerling, plaatsing, leerkracht als middelen worden opgenomen. Gegevens die verband houden met de plaatsing van de leerling, zijn een nuttig en noodzakelijk startpunt, maar ze moeten worden aangevuld met duidelijke gegevens over systeemuitkomsten en effecten. Gegevens over de uitkomsten van leerlingen Œ de impact van inclusief onderwijs Œ zijn veel moeilijker om te verzamelen en ontbreke n vaak in de gegevensverzameling van landen. Tot slot kunnen de belangrijkste resultaten van de besprekingen als volgt worden samengevat: plannen en implementeren van inclusief onderwijs is een proces dat betrekking heeft op het volledige onderwijssysteem en alle leerlingen; gelijkwaardigheid en kwaliteit gaan samen; inclusief onderwijs moet worden gezien als een concept in ontwikkeling waar onderwerpen met betrekking tot diversiteit en democratie steeds belangrijker worden. Van theorie naar praktijk 7

PAGE – 10 ============
ZO VROEG MOGELIJK Inleiding ‚Zo vroeg mogelijk™ heeft, in de eerste plaats, betrekking op het voorzien van een interventie tijdens een vroege fase van het leven van een kind. Het gaat ook over veel andere relevante elementen zoals: interveniëren zodra de behoefte wordt gedetecteerd; vro ege assessment invoeren; de vereiste ondersteuning zo vroeg mogelijk bieden; en overgangsfases van de ene onderwijsfase naar de volgende en naar werkgelegenheid voorbereiden en plannen. Hoewel de verschillende projecten van het Agency de verlaging van het uitvalpercentage op school niet hebben geanalyseerd, omvat het verlagen van deze percentages een goed beleid en praktijken met betrekking tot vroegtijdige onderkenning, evenals vroege en doeltreffende ondersteuning. Vroegtijdige interventie Tijdens de hoor zitting van het Europees Parlement dat het Agency in 2011 heeft georganiseerd, hebben jongeren de volgende punten aangehaald: ‚Inclusie start in de kleuterschool™ (European Agency, 2012a, p. 14); ‚Diversiteit is positief; het is belangrijk om mensen vanaf het begin voor te bereiden om te werken met kinderen om te bouwen aan een betere generatie™ (ibid., p. 29). Binnen het kader van het 2010 Agency rapport, Vroegtijdige interventie Œ vooruitgang en ontwikkelingen 2005 Œ2010 , wordt vroegtijdige interventie [early childhood intervention, ECI] als volgt gedefinieerd: een geheel van diensten/voorziening en voor zeer jonge kinderen en hun familie, die op hun verzoek verstrekt worden op een zeker moment in het leven van het kind, en die elke actie omvat die ondernomen wordt als het kind ondersteuning nodig heeft bij: het zorg dragen voor en verbeteren van zijn/haar persoonlijke ontwikkeling; het versterken van de competenties van het gezin; en het bevorderen van de sociale inclusie van het gezin en het kind (European Agency, 2010, p. 7). Van de verschillende elementen die zijn geïdentificeerd als relevant voor ECI is beschikbaarheid een element dat moet worden benadrukt: een gemeenschappelijke doelstelling van ECI is het zo vroeg mogelijk bereiken van alle kinderen en gezinnen die behoefte hebben aan ondersteuning. Dit heeft in alle landen prioriteit en is erop gericht regionale verschillen in beschikbaarheid van middelen te compenseren en op die manier te garanderen dat kinderen en gezinnen kwalitatief gelijkwaardige ondersteuning ontvangen (ibid., p. 10). Vijf kernboodschappen voor inclusief onderwijs 8

PAGE – 11 ============
Vroegtijdige interventie werd ook besproken in het kade r van het project Multiculturele diversiteit en onderwijs aan leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften : Er werden duidelijke prioriteiten voorgesteld door leerkrachten en ook door professionals van een ondersteuningscentrum. Dit omvatte: hoge prioritei t voor vroegtijdige interventie; het belang en de noodzaak om met de ouders samen te werken [onder andere] (European Agency, 2009a, p. 55). Vroegtijdige onderkenning en assessment Het rapport van het Agency, Diagnostiek in de context van inclusief onderwij s: Belangrijkste discussiepunten voor beleid en praktijk , geeft een uitgebreide beschrijving van dit belangrijke aspect. Het stelt: Initiële assessment van leerlingen waarvan wordt aangenomen dat ze specifieke onderwijsbehoeften (SEN) [special educational needs] hebben, kan twee mogelijke doelstellingen hebben: Identificatie gekoppeld aan een officiële beslissing om een leerling te ‚herkennen™ als zijnde een leerling met specifieke onderwijsbehoeften die extra middelen nodig heeft ter ondersteuning van zijn /haar leerproces; Het informeren over leerprogramma™s, waar assessment gericht is op het benadrukken van de sterke en zwakke punten die de leerling kan hebben in verschillende gebieden van zijn/haar onderwijservaring. Dergelijke informatie wordt vaak op een formatieve wijze gebruikt Œ misschien als het startpunt voor individuele ontwikkelingsplannen ( IOP™s) of andere benaderingen voor het bepalen van doelstellingen Œ eerder dan voor baseline assessment (Watkins, 2007, p. 22). ‚Multidisciplinaire teams voere n assessment in functie van initiële identificatie uit met gewone leerkrachten, ouders en leerlingen als volwaardige partners in het assessmentproces™ (ibid., p. 38). Het belang van vroegtijdige assessment gevolgd door maatregelen voor vroegtijdige interventie werd benadrukt binnen de resultaten van het rapport van het Agency Multiculturele Diversiteit en Onderwijs aan Leerlingen met Specifieke Behoeften (2009a), evenal s in de bevindingen uit het rapport Het in kaart brengen van de implementatie van beleid voor inclusief onderwijs (MIPIE ) van het Agency (2011a). Vroegtijdige ondersteuning Het merendeel van de rapporten van het Agency wijzen op het belang en het voordeel van vroegtijdige ondersteuning. Het project Inclusief Onderwijs en de praktijk in de klas vermeldt dat: Van theorie naar praktijk 9

100 KB – 45 Pages