Als hij zich wél verzet tegen het verblijf of tegen. (verschillende) onderdelen van de zorg, moet een rechterlijke machtiging worden aangevraagd voor opname en
6 pages
45 KB – 6 Pages
PAGE – 2 ============
InleidingEr komen situaties voor waarin onvrijwillige opname zo urgent is dat er geen tijd is om de procedure van een rechterlijke machtiging af te wachten. Er is dat geval sprake van een spoedsituatie waarin ernstig nadeel als het gevolg van het gedrag van de cliënt onmiddellijk dreigend is. In die situaties is het alleen mogelijk dat de cliënt wordt opgenomen met een beschikking tot inbewaringstelling die door de burgemeester wordt afgegeven. De betekenis van ernstig nadeel in de Wet˜zorg en dwang (Wzd) Ł levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische, (im)materiële of ˜nanciële schade, ernstige verwaarlozing of ‚ maatschappelijke teloorgang™, ernstig verstoorde ontwikkeling voor of van de cliënt of een ander; Ł De veiligheid van de cliënt wordt bedreigd, al dan niet onder invloed van een ander; Ł Het gedrag van de cliënt is zo hinderlijk dat het agressie van anderen oproept; Ł De algemene veiligheid van personen of goederen is in gevaar. Wat houdt het in? Met een inbewaringstelling kan iemand in een crisissituatie onvrijwillig worden opgenomen. De Wzd schrij˚ voor dat dat moet gebeuren zodra de inbewaringstelling is afgegeven, in een accommodatie die staat geregistreerd in het openbare locatieregister. Deze maatregel is alleen mogelijk als: Ł iemand zich verzet tegen een opname; Ł ernstig nadeel onmiddellijk dreigend is; Ł het ernstige vermoeden bestaat dat het ernstige nadeel wordt veroorzaakt door het gedrag van de cliënt als gevolg van zijn verstandelijke beperking, een psychogeriatrische aandoening of een daarmee gepaard gaande psychische stoornis hee˚ dan wel een combinatie hiervan; Ł opname de enige overblijvende maatregel is om ernstig nadeel te voorkomen of te stoppen; Ł opname een noodzakelijke en geschikte maatregel is om ernstig nadeel te stoppen of te stoppen; Ł de situatie zo ernstig is dat een rechterlijke machtiging niet kan worden afgewacht. Voor wie is het bedoeld? Een inbewaringstelling kan worden opgelegd aan personen van twaalf jaar of ouder die: Ł verzet vertonen tegen opname; Ł een vertegenwoordiger hebben die zich verzet tegen opname; Ł ouders of voogden hebben die gezamenlijk het gezag uitoefenen en van mening verschillen over de opname. Het laatste punt geldt ook voor kinderen jonger dan 12 jaar. Ook voor hen kan een inbewaringstelling worden aangevraagd als aan alle voorwaarden is voldaan. Een inbewaringstelling kan ook worden opgelegd aan personen die vrijwillig zijn opgenomen maar later alsnog verzet tonen tegen hun verblijf. Dat verzet kan ook komen van een vertegenwoordiger, ouders of voogden. De vertegenwoordiger volgens de Wzd Ł de we˜elijk vertegenwoordiger van de cliënt, of (als die ontbreekt): Ł de persoon die door de cliënt schri˚elijk is gemachtigd in zijn plaats te treden, of (als die ontbreekt of niet optreedt): Ł de echtgenoot, geregistreerde partner of andere levens-gezel, of (als die ontbreekt of niet wenst op te treden): Ł een ouder, kind, broer, zus, grootouder of kleinkind van de cliënt. Wie kan het aanvragen? De inbewaringstelling hoe˚ niet aangevraagd te worden bij de burgemeester. In de praktijk zullen het personen uit de naaste omgeving, de huisarts of eventueel de politie zijn die de ernstige problemen van een cliënt onder de aandacht van de burgemeester brengen. Opname en verblijf met een˜inbewaringstellingbij mensen met een verstandelijke beperking of˜psychogeriatrische aandoening
PAGE – 3 ============
De procedure De burgemeester van de gemeente waar de cliënt zich bevindt, gee˚ de inbewaringstelling af. Hij mag deze bevoegdheid overdragen aan een wethouder. Voor de inbewaringstelling is een verklaring van een ter zake deskundige arts nodig. Is de betrokken cliënt al opgenomen? Dan mag dit geen arts zijn die aan de accommodatie verbonden is. In de verklaring moet staan wie zich tegen de opname verzet (de cliënt zelf of zijn vertegenwoordiger), waaruit de onvrijwilligheid bestaat en dat wordt voldaan aan de voorwaarden die de Wzd stelt (onder meer dat ernstig nadeel dreigend is en dat inbewaringstelling de enige mogelijkheid is om ernstig nadeel te voorkomen of te stoppen). Vooraf overlegt de arts met de zorgaanbieder of de huisarts. Ook onderzoekt hij de cliënt om wie het gaat. Als dat niet lukt – bijvoorbeeld omdat de betrokkene niet meewerkt – kan de arts afzien van onderzoek. Het gaat immers om een crisissituatie die snel ingrijpen vereist. De inbewaringstelling hee˚ een geldigheidsduur van ten hoogste drie dagen en moet binnen 24 uur in gang worden gezet. De burgemeester kan daarvoor opdracht geven aan de politie, die zich kan laten bijstaan door mensen met kennis van de zorg voor mensen met een psychogeriatrische aandoening of een verstandelijke beperking. De burgemeester stelt het CIZ en de Inspectie voor de Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) onmiddellijk op de hoogte en stuurt op de dag van de beschikking een afschri˚ aan het CIZ. Ook zorgt de burgemeester ervoor dat de betrokken cliënt desgewenst binnen 24 uur na het afgeven van de beschikking wordt bijgestaan door een advocaat. Als de beschikking niet kan worden uitgevoerd, moet de burgemeester daarop aantekenen wat de reden is. De betrokken cliënt, zijn vertegenwoordiger en de eventuele zorgaanbieder ontvangen een afschri˚ van de beschikking. Verplichtingen zorgaanbieder De zorgaanbieder moet de betrokken cliënt binnen 24 uur na de afgi˚e van de beschikking opnemen. Gebeurt dat niet, dan kan de burgemeester (na overleg met de IGJ) de zorgaanbieder bevelen de cliënt op te nemen. Duur van de inbewaringstelling De burgemeester gee˚ een beschikking af voor maximaal drie dagen. Deze periode kan verlengd worden als het CIZ uiterlijk op de eerste werkdag na ontvangst van de stukken een verzoek tot verlenging indient bij de rechter. Bij het verzoek moet de beschikking van de burgemeester en de medische verklaring van een ter zake deskundige arts worden overgelegd. De rechter kan een verlenging verlenen als aan dezelfde voorwaarden wordt voldaan als bij de eerste inbewaringstelling. De rechter neemt dan binnen drie dagen een beslissing. Hij gaat na of de opname voortgezet moet worden en of de betrokken cliënt of zijn vertegenwoordiger zich nog steeds verzet. Daarvoor praat hij met de betrokken cliënt tenzij deze daartoe niet in staat is of niet bereid is. Ook iemand die minderjarig is, onder curatele staat of een mentor hee˚, is volgens de Wzd bekwaam om zelf op te treden en dus ook gehoord te worden. De betrokken cliënt kan worden bijgestaan door een advocaat. Is iemand niet in staat naar de rechtbank te komen? Dan gaat de rechter, samen met de gri˛er, naar de cliënt toe. Zo nodig vraagt de rechter extra informatie op of laat hij aanvullend onderzoek doen door deskundigen. De arts die de medische verklaring hee˚ opgesteld en degene die de aanvraag hee˚ ingediend kunnen door de rechter verplicht worden voor de rechtbank te verschijnen. De rechter roept de deskundigen en getuigen op die de cliënt hee˚ opgegeven, tenzij hij vindt dat zijn belangen niet worden geschonden als hun bijdrage achterwege blij˚. Als de betrokken cliënt niet aanwezig kan zijn bij het horen van anderen, wordt hij op de hoogte gesteld van de bevindingen. Hij (of zijn advocaat) krijgt de mogelijkheid om daarop te reageren.
PAGE – 4 ============
De machtiging voor een verlenging van inbewaringstelling hee˚ een geldigheidsduur van maximaal zes weken na dagtekening. In de beschikking staan de gronden die hebben geleid tot het wel of niet afgeven van de machtiging. Als het CIZ geen verzoek tot verlenging doet, deelt het CIZ dit schri˚elijk mee aan de zorgaanbieder van de accommodatie waar de betrokken cliënt verblij˚. Inbewaringstelling omze˚en in een besluit tot opname en verblijf Aansluitend op de inbewaringstelling kan het CIZ een procedure voor opname en verblijf in gang ze˝en. Dit gebeurt op aanvraag van de zorgaanbieder of familie, als de betrokken cliënt zich niet bereid toont tot opname en verblijf maar zich ook niet verzet. Na ontvangst van de aanvraag kan het CIZ een besluit tot opname en verblijf nemen. Als hij zich wél verzet tegen het verblijf of tegen (verschillende) onderdelen van de zorg, moet een rechterlijke machtiging worden aangevraagd voor opname en verblijf. De volgende personen kunnen een aanvraag doen voor het verzoeken om een rechterlijke machtiging: Ł echtgenoot, geregistreerd partner of andere levensgezel; Ł de vertegenwoordiger; Ł ouders, kinderen, grootouders, kleinkinderen, broers en zussen van de betrokkene; Ł ouders en kinderen van de partner van de betrokkene, partners van de kinderen van de betrokkene, grootouders, kleinkinderen en broers en zussen van de betrokkene; Ł de zorgaanbieder die de feitelijke zorg verleent of; Ł de Wzd-functionaris. Uit een verklaring van een ter zake kundige arts moet blijken dat het niet alleen gaat om een ernstig vermoeden, maar om een daadwerkelijke diagnose waaruit blijkt dat het gedrag van de betrokkene leidt tot ernstig nadeel. Het CIZ doet het verzoek bij de rechter binnen een week na de dag van verzending van de aanvraag bij het CIZ. Als de rechter een besluit hee˚ genomen, stuurt de gri˛er van een afschri˚ van de beschikking aan de cliënt zelf, zijn advocaat, de ouders die het gezag uitoefenen, de echtgenoot, de geregistreerde partner of andere levensgezel, degene die door de cliënt wordt verzorgd, de vertegenwoordiger, de aanvrager, het CIZ, de eventuele zorgaanbieder en de Wzd-functionaris. Onvrijwillige zorg in noodsituaties Iemand die is opgenomen met een inbewaringstelling krijgt alleen zorg waarmee hij hee˚ ingestemd. De zorg wordt vastgelegd in een zorgplan dat zo snel mogelijk, maar in ieder geval binnen zes weken, in het bezit van de cliënt moet zijn. In afwachting van een zorgplan mag volgens de Wzd alleen in noodsituaties onvrijwillige zorg worden toegepast, en op grond van een schri˚elijke beslissing van de zorgverantwoordelijke waarin is vastgelegd: Ł dat het gedrag van de cliënt leidt tot ernstig nadeel; Ł dat de onvrijwillige zorg noodzakelijk is om dat nadeel te voorkomen of stoppen; Ł dat de onvrijwillige zorg geschikt is om dat nadeel te voorkomen of stoppen; Ł dat de onvrijwillige zorg evenredig is met het beoogde doel; Ł dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn; Ł dat op verantwoorde wijze is voorzien in toezicht tijdens de toepassing. Deze onvrijwillige zorg mag niet langer dan twee weken duren. Dit wordt vastgelegd in de schri˚elijke beslissing. Soms is het nodig dat de zorgverantwoordelijke – als hij geen arts is – overlegt met de bij de zorg betrokken arts. De zorgverantwoordelijke kan ook beslissen om iemands kleding, lichaam, woon- of verblijfruimte of poststukken te onderzoeken op middelen of voorwerpen die de cliënt niet in zijn bezit mag hebben of die ernstige problemen kunnen geven. Ook deze beslissing moet zo spoedig mogelijk op schri˚ worden gesteld. De betrokken cliënt of zijn vertegenwoordiger krijgt een bewijs van ontvangst met een beschrijving van de voorwerpen die in bewaring zijn genomen. Verlof De zorgaanbieder kan verlof verlenen tijdens een voortgeze˝e inbewaringstelling als dat verantwoord is en voor zolang dat verantwoord is. Als de cliënt zelf verzoekt om verlof, overlegt de zorgverantwoordelijke met zijn vertegenwoordiger. De Wzd-functionaris moet uiteindelijk schri˚elijk toestemming geven. De zorgaanbieder gee˚ de betrokken cliënt, zijn vertegenwoordiger en de advocaat een afschri˚ van de beslissing met daarbij het oordeel van de Wzd- functionaris. Binnen vier dagen moeten de partijen kennis kunnen nemen van de klachtwaardigheid van de beslissing en de mogelijkheid om voor advies en bijstand een cliëntenvertrouwenspersoon in te schakelen. Aan het verlof worden soms, met instemming van de Wzd-functionaris, voorwaarden verbonden waarmee cliënt of vertegenwoordiger moeten instemmen. De zorgaanbieder trekt het verlof weer in zodra het niet meer verantwoord is dat iemand buiten de accommodatie verblij˚. De betrokken cliënt, zijn vertegenwoordiger en de advocaat worden hierover schri˚elijk geïnformeerd. Ontslag De zorgaanbieder kan ontslag verlenen als: Ł het verblijf niet langer nodig is om ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden (te stoppen);
PAGE – 5 ============
Ł de geldigheidstermijn van de inbewaringstelling is vervallen. Hee˚ het CIZ een verzoek voor een machtiging tot verlenging van de inbewaringstelling of een rechterlijke machtiging ingediend vóór het einde van deze termijn? Dan volgt ontslag pas als het verzoek is afgewezen of als de termijn voor het geven van de beslissing is verstreken. De zorgaanbieder overlegt zo mogelijk en zo nodig met de vertegenwoordiger, met de echtgenoot of levensgezel, naaste familieleden, degene door wie de betrokkene voorafgaand aan de opname werd verzorgd, zorgaan-bieder of eerder betrokken arts en met de IGJ. Voordat ontslag wordt verleend worden de echtgenoot, de gere -gistreerde partner of andere levensgezel, de vertegen-woordiger en naaste familieleden op de hoogte gebracht. Gaat het om een cliënt die ernstig nadeel voor een ander veroorzaakt, dan neemt de zorgaanbieder pas een be -slissing nadat hij advies hee˚ gevraagd aan een deskun -dige arts over het voorgenomen ontslag en de actuele gezondheidstoestand van de cliënt. Bij beëindiging van de inbewaringstelling overlegt de zorgaanbieder met de burgemeester die de beschikking hee˚ afgegeven. De zorgaanbieder beslist binnen veertien dagen. Aan het ontslag kunnen – met instemming van de Wzd- functionaris – voorwaarden of beperkingen worden verbonden om ernstige problemen te voorkomen. De zorgaanbieder stuurt binnen vier dagen een afschri˚ van de beslissing en de beoordeling van de Wzd-functionaris. De zorgaanbieder wijst op de mogelijkheid om een klacht in te dienen bij de Wzd-klachtencommissie en advies en bijstand te krijgen van een cliëntvertrouwenspersoon. Geen hoger beroep Tegen het oordeel van de rechter om de inbewaring- stelling voort te ze˝en of te stoppen is geen hoger beroep mogelijk. Cassatie bij de Hoge Raad is wel mogelijk. Informatie over rechten De zorgaanbieder moet aan de cliënt en zijn vertegenwoordiger, zo spoedig mogelijk en uiterlijk binnen twee weken na aanvang van de zorg, een schri˚elijk overzicht uitreiken van de rechten van een cliënt die zijn vastgelegd in de Wzd. Daartoe behoren in ieder geval de Wzd-klachtenregeling en de huisregels die in de accommodatie van toepassing zijn. Cliëntvertrouwenspersoon Iemand die onder de reikwijdte van de Wzd valt, mag altijd een beroep doen op een cliëntvertrouwenspersoon. Deze persoon gee˚ advies en bijstand over alles wat samenhangt met onvrijwillige zorg, met opname en verblijf in een accommodatie en met het doorlopen van een klachtenprocedure. Als de cliënt of zijn vertegenwoordiger daarmee instemt, verstrekt de zorgaanbieder bij de start van de zorg de naam en contactgegevens van de cliënt en zijn vertegenwoordiger aan de cliëntvertrouwenspersoon. Klachtrecht Alle zorgaanbieders zijn aangesloten bij een Wzd- klachtencommissie. De betrokken cliënt, zijn vertegenwoordiger of – als de cliënt overleden is – een nabestaande mag schri˚elijk een klacht indienen over: Ł de toetsing van wilsbekwaamheid, verlof of ontslag; Ł het opnemen van onvrijwillige zorg in het zorgplan; Ł het uitvoeren van onvrijwillige zorg en zorg in onvoorziene situaties; Ł het bijhouden van het dossier voor zover het dossier betrekking hee˚ op onvrijwillige zorg; Ł de nakoming van een verplichting of over een beslissing van de Wzd functionaris. Klachten over de procedure van de inbewaringstelling worden niet door deze commissie behandeld. Schadevergoeding De betrokken cliënt, zijn vertegenwoordiger of – als de cliënt overleden is – een nabestaande kan bij de Wzd- klachtencommissie schadevergoeding vragen. De opties: Ł De cliënt of zijn vertegenwoordiger dient bij de rechter een verzoek tot schadevergoeding door de gemeente in als hij vindt dat de wet niet in acht is genomen bij het afgeven van de inbewaringstelling. Ł De cliënt of zijn vertegenwoordiger kan een verzoek tot schadevergoeding bij de zorgaanbieder indienen als hij vindt dat de Wzd niet in acht is genomen door de zorgaanbieder, de Wzd-functionaris of de zorgverantwoordelijke bij onvrijwillige zorg in een noodsituatie. In alle gevallen kan ook de rechter, als hij het eens is met de cliënt of zijn vertegenwoordiger, een schadevergoeding naar billijkheid toekennen.
45 KB – 6 Pages