Situationeel toezicht heeft de toekomst • Stefan Peij noem ik situationeel toezichthouden en werk ik in de volgende paragraaf nader uit.
7 pages

128 KB – 7 Pages

PAGE – 1 ============
1Situationeel toezicht heeft de toekomst Stefan Peij Nieuwe ontwikkelingen in de samenleving, nieuwe governance inzichten en stevig verankerde codes: wat betekenen die voor de commissaris nieuwe stijl? In zijn essay trekt Stefan Peij lijnen tussen veranderingen (trends) enerzijds en de rol en de positie van de commissaris anderzijds. Het two-tier model is daarbij niet zaligmakend voor Peij. De keuze voor rol en positie komen voort uit wat er nodig is. Daarbij gaat de commissaris af op zijn professionele intuïtie. Peij ondersteunt deze gevoeligheid met suggesties welke houding in bepaalde omstandigheden gevraagd wordt. De koorddanser heeft een coach. In de afgelopen jaren is in de woningcorporatiesector veel veranderd. Strategisch: het beleid voor sociale woningbouw is op een meer decentraal niveau komen te liggen, waardoor afzonderlijke woningcorporaties als directe gesprekspartner van gemeenten meer invloed krijgen. Tegelijkertijd ‚dwingt™ diezelfde overheid de corporaties in een meer uitvoerende rol middels regelgeving en via een externe-toezichthouder-nieuwe-stijl. Meer invloed op de eigen strategie dus, maar wel binnen een kleinere bandbreedte. Qua governance: de vernieuwde Governancecode Woningcorporaties legt meer nadruk op principes en minder op regels, terwijl de interne toezichthouder of commissaris zich bewuster is geworden van niveau van de sector, de corporatie als van de commissaris zelf. Qua context: de maatschappij kijkt kritischer mee dan voorheen, zowel naar de governance als naar de prestaties van de woningcorporatie. De publieke opinie wijkt ook steeds vaker af van de juridische norm. De juridische norm wordt vervolgens daaraan aangepast, zoals bijvoorbeeld blijkt uit de normen voor beloning van het bestuur of uit de verminderde acceptatie van belastingontwijking voor grote bedrijven.Wat betekent dit voor de rol en positie van de commissaris? Wordt de rol dan meer strategisch? Of juist niet? Moet de commissaris eerder in strategische besluitvorming worden betrokken? Of juist niet? En de onafhankelijkheid van de RvC: volstaat het huidige two-tier model dan nog wel? Op deze vragen wil ik ingaan aan de hand van vier trends en daaruit voortvloeiende consequenties voor de commissaris-nieuwe-stijl:

PAGE – 2 ============
2Trend Consequenties1. De maatschappij verandert en stakeholders op richting stakeholders. 2. De werking van board modellen verandert. De commissaris-nieuwe-stijl zorgt voor gepaste betrokkenheid bij het strategieproces. 3. De governancecode is stevig verankerd geraakt in de sector. De commissaris-nieuwe-stijl is zich bewust van eigen rol, positie en verantwoordelijkheid en vari -eert met distantie en betrokkenheid. 4. Werken in en met board commissies is de norm. De commissaris-nieuwe-stijl komt inhoudelijk be -ter beslagen ten ijs en maakt verdiepingsslagen in Deze trends worden in de navolgende paragrafen nader toegelicht. De trends stellen nieuwe eisen aan de commissaris en schetsen daarmee een beeld van de commissaris van de toekomst in de corporatiesector. Trend 1 De maatschappij verandert en stakeholders worden (pro)actiever (de commissaris-nieuwe-stijl stelt zich (pro)actief op richting stakeholders) De maatschappij verandert voortdurend. Burgers zijn mondiger geworden, zich in toenemende mate bewust van hun maatschappelijke rollen, ook richting woningcorporaties. Klanten van allerlei instanties in de publieke sector en van de overheid vervullen hun rol steeds actiever, van scholen tot woningcorporaties, van energiebedrijven tot de Nederlandse Spoorwegen, van het gemeenteloket tot het ziekenhuis. Of, om het met andere woorden te zeggen: civil society. Burgers nemen hun verantwoordelijkheid en stellen zich actiever op. Zij organiseren zich en gaan zich nadrukkelijker dat, zoals beursgenoteerde bedrijven steeds meer te maken krijgen met proactieve aandeelhouders, ook de publieke sector steeds meer te maken krijgt met actieve en betrokken belanghebbenden organiseren zich of laten zich horen via digitale fora. Ze aarzelen minder dan vroeger om publieke instellingen aansprakelijk te stellen bij wanbeleid of slechte prestaties. van digitale fora waar men met stakeholders voortdurend in gesprek kan zijn. Voor de commissaris uitgevoerd beleid aan deze partijen. De commissaris heeft de plicht informatie te verwerven en doet dat volgens de moderne best practices niet alleen bij het bestuur, maar óók om zich te verantwoorden naar stakeholders. Luisteren naar stakeholders is voor commissarissen niet eenvoudig. Ten eerste heeft het bestuur het primaat als het gaat om stakeholdercontacten en dus moet de commissaris

PAGE – 3 ============
3 commissarissen om zich uit te laten over de prestaties en het beleid van de corporatie. Ten derde lukt het een commissaris alleen om goed contact te hebben met stakeholders als hij of zij een hoog rolbewustzijn heeft. De rolverdeling tussen bestuur en commissarissen met betrekking tot het contact met stakeholders is immers een dunne lijn. Ik noem het stakeholdercontact van commissarissen daarom ook niet graag een dialoog, want dat is het slechts in beperkte mate. Trend 2 De werking van board modellen verandert (de commissaris-nieuwe-stijl zorgt voor gepaste betrokkenheid bij het strategieproces) In de corporatiesector werken de meeste instellingen met het in Nederland bekende two-tier governancemodel, ook wel aangeduid als commissarissenmodel. In dat model bestaan afzonderlijke organen voor bestuur en toezicht. De bestuurders hebben de dagelijkse leiding en vormen het statutair bestuur van de stichting, vereniging of welke rechtsvorm dan ook is gekozen. Zij leggen collectief verantwoording af aan een raad van commissarissen, welke nader omschreven goedkeuringsbevoegdheden heeft en in de meeste gevallen de bevoegdheid het bestuur te benoemen, schorsen en ontslaan. Daarnaast vervult de raad van commissarissen een adviesrol en de werkgeversrol richting het bestuur. Beide organen zijn, zoals bij de vorige trend al deels beschreven, verantwoording verschuldigd aan de belanghebbenden bij de organisatie: de raad van commissarissen prestaties van de instelling. grotendeels verdwenen, hoewel in het stichtingenrecht daarvoor nog steeds ruimte is. In 2013 is in taken binnen het bestuur van een onderneming te verdelen over uitvoerende en niet-uitvoerende of toezichthoudende bestuurders. De taak van voorzitter van het bestuur mag slechts worden toebedeeld aan een niet-uitvoerende bestuurder. Als voordeel van het one-tier model wordt genoemd dat toezichthoudende bestuurders eerder en meer informatie krijgen dan commissarissen in het tweelaagse model. Informatie wordt sneller gelijkgeschakeld tussen uitvoerende en toezichthoudende bestuurders. Bovendien zouden toezichthoudende bestuurders een grotere betrokkenheid hebben bij de onderneming. Ze worden over het algemeen beter beloond, maar kennen ook een hoger aansprakelijkheidsrisico. Dit laatste is een duidelijk nadeel. Immers, er ontstaat bestuursverantwoordelijkheid voor wat in grote lijnen nog steeds een toezichthoudende taak is. Ander nadeel is de onduidelijkheid die kan ontstaan bij de rolinvulling. Tegelijkertijd kunnen die rollen bij internationale gesprekken weer duidelijker zijn, omdat het eenlaagse model in een aantal andere landen gebruikelijk is[2]. In de corporatiesector komt dus vrijwel alleen het two-tier model voor, aangemoedigd door de one-and-a-half-tier board werkwijze ontstaat. In bepaalde situaties! Die vorm van toezichthouden

PAGE – 4 ============
4punten van de one-tier board, zonder de two-tier structuur te hoeven opgeven. We doen dat al langer Œ de toezichtcommissies, zoals de auditcommissie, hebben we al langer geleden ‚geleend™ van het one-tier board model Œ en dat wordt langzaam maar zeker voortgezet. Verderop ga ik nader in op toezichtcommissies. De enige randvoorwaarde is dat de raad van commissarissen en het bestuur in balans blijven en Trend 3 De governancecode is stevig verankerd geraakt in de sector (commissaris-nieuwe-stijl is zich bewust van eigen rol, positie en verantwoordelijkheid en varieert met distantie en betrokkenheid) De vernieuwde Governancecode Woningcorporaties bevindt zich in goed gezelschap: in de afgelopen jaren zijn in tal van sectoren codes voor goed bestuur, toezicht en verantwoording ontwikkeld. Brancheorganisaties als Aedes proberen via de zelfregulering in codes regelgeving van de overheid enigszins op afstand te houden en vertrouwen te creëren bij belanghebbenden. Deze codes zijn inmiddels onderdeel geworden van ons referentiekader en hebben commissarissen geholpen hun rol en positie scherper te bepalen. Uit mijn eerdere onderzoek[3] blijkt dat die rol en positie echter niet statisch is, maar situationeel wordt bepaald. In verschillende situaties kiezen commissarissen andere rollen. In een situatie van going concern ligt de nadruk van de rol van de commissaris op toetsen, toezichthouden. De individuele vakkennis van de commissaris staat centraal en wordt ingebracht in het team. De rolinvulling is zakelijk: het is in die situatie niet nodig elkaars achtergronden of drijfveren goed te kennen. Dat laatste wordt echter belangrijker naarmate de routine wordt doorbroken en strategische verandering wordt ingezet. De nadruk van de commissarisrol komt dan meer te liggen op adviseren en klankborden. Er wordt meer vanuit ervaringen afgestemd en persoonlijke opvattingen en referentiekaders worden duidelijker. De afstand tussen bestuurders en commissarissen wordt kleiner en het werk wordt intensiever. De situatie van intenser toezicht is ook vaak aan de orde wanneer het vertrouwen van commissarissen in de bestuurders geschaad is. Als het zelfs tot een vertrouwensbreuk corporatie dreigt voorbij te gaan aan de bedoeling: met de hernieuwde of nieuwe nadruk op de maatschappelijke rol en positie van de corporatie wordt de behandeling van dit onderwerp sneller strategisch of zelfs crisisachtig dan voorheen. In een situatie van crisis is het onderscheid tussen de rollen van bestuurders en commissarissen minimaal. De voorzitter van de RvC neemt een meer regisserende rol op zich. Commissarissen gaan bovenop het proces zitten en brengen hun referentiekaders, netwerken en ervaringen actief in. Deze situatie kan uiteraard maar kort duren.

PAGE – 5 ============
5Onderstaande tabel geeft een overzicht van de drie onderscheiden situaties en de gevolgen voor de rol en positie van de commissaris: Situatie A: routine Situatie B: strategische verandering Situatie C: crisis hoofdrol inhoudelijk toetsen klankbord adviseur process supervision in control hands onsoort teamnetwerkteam understanding team trusting teaminsteekindividuele disciplinesmultidisciplinairtopprestatie team respect en vertrouwen inbreng persoonlijke vakkennis wederzijdse afstemming en consultatie fiéén voor allen, allen voor éénflrol voorzitter RvC coördinerend initiërend regisserend referentiekader onbewust bewust opgezet actief gebruiktverschijningvorm duaal gescheidenduaal gemengdduaal gecombineerd Tabel: situationeel toezichthouden (Peij, 2005) In de jaren na de hierboven aangehaalde studie is alleen maar duidelijker geworden dat toezichthouden situationeel is. Toegenomen complexiteit, maatschappelijke aandacht en regelgeving noodzaken de commissaris om vaker op en terug te schakelen tussen verschillende rolinvullingen en te variëren in distantie en betrokkenheid ten opzichte van het bestuur. Dat hebben we gezien bij corporaties samenstelling van bestuur en raad van commissarissen. Trend 4 Werken in en met board commissies is de norm (commissaris-nieuwe-stijl komt inhoudelijk beter beslagen ten ijs en maakt verdiepingsslagen in commissies) die bijdragen aan intensivering van het werk van de commissaris. Toezichtcommissies richten zich op het ondersteunen van de besluitvorming in de raad van commissarissen. Ze versterken de diepgang van intern toezicht op bepaalde onderwerpen en dragen daarmee bij aan de checks and remuneratie- en benoemingscommissie vraagt om inhoudelijke kennis van de primaire processen en

PAGE – 6 ============
6organisatiekundige kennis en ervaring, alsmede betrokkenheid bij het strategische proces. De externe De commissaris-nieuwe-stijl werkt zich stevig in, zorgt daarbij voor een goed inwerkprogramma, ondersteund door een goed company secretariaat en doet regelmatig deep dives in de organisatie. In de toekomst kunnen we ook meer operationele commissies verwachten. Deze zijn al gangbaar in het one-tier model en bieden ondersteuning bij het opstellen en uitvoeren van beleid. In de onderwijs- en zorgsectoren bestaan al kwaliteitscommissies, die toezichthouders de kans geven dieper de operationele processen in te duiken met behoud van de toezichthoudende verantwoordelijkheid en soort commissie instelt. Bijvoorbeeld een commissie Wonen of Volkshuisvesting. Vanzelfsprekend betekent dit dat commissarissen eerder worden betrokken in besluitvormingsprocessen, maar altijd vanuit de eigen verantwoordelijkheid. Net als het omgaan met stakeholders, vraagt het werken in een operationele commissie een groot rolbewustzijn. Conclusie: de ‚commissaris van de toekomst™ in de corporatiesector is een toezicht-professional In de inleiding stelde ik mezelf de volgende vragen: worden rol en positie van de commissaris meer strategisch? Of juist niet? Moet de commissaris eerder in strategische besluitvorming worden betrokken? Of juist niet? En de onafhankelijkheid van de RvC: volstaat het huidige two tier model nog wel? De rol en positie van de commissaris worden op zichzelf niet meer strategisch. De verantwoordelijkheden en bevoegdheden blijven in principe hetzelfde. De rolinvulling verandert echter wel: toegenomen complexiteit, het maatschappelijk vergrootglas en de politieke druk vragen om betrokkenheid bij de strategievorming. Uiteraard op gepaste afstand en situationeel bepaald. Wat het proces betrokken persoonlijkheden en van het vertrouwen. Vandaar Œ terecht Œ de toegenomen aandacht voor cultuur en gedrag in de boardroom. Wat mij betreft zijn de belangrijkste pijlers voor juridisch, gedragsmatig en maatschappelijk bewustzijn, en het als vanzelfsprekend werken aan rolbewustzijn, meer inhoudelijke kennis en Œ terecht dat het in de Governancecode is opgenomen Œ een eigen toezichtstrategie in de vorm van een toezichtvisie en toetsingskader. Concluderend: de commissaris van de toekomst is méér dan nu een toezicht-professional. Zoals is op te maken uit het voorgaande, hij of zij: – zorgt voor gepaste betrokkenheid bij het strategieproces – is zich bewust van eigen rol, positie en verantwoordelijkheid en varieert met distantie en betrokkenheid en komt inhoudelijk beter beslagen ten ijs en maakt verdiepingsslagen in commissies

128 KB – 7 Pages