9. Naturalisatie wordt verleend door de federale wetgevende macht. Art. 10. Er is in de Staat geen onderscheid van standen. De Belgen zijn gelijk voor de wet;

42 KB – 85 Pages

PAGE – 3 ============
3Deze brochure bevat de tekst van de gecoördineerde Grondwet van 17 februari 1994, aangevuld met de volgende grondwetsherzieningen : Titel Ibis (25 april 2007 Œ BS 26 april 2007) artikel 5 (6 januari 2014 Œ BS 31 januari 2014) artikel 7bis (25 april 2007 Œ BS 26 april 2007) artikel 8 (11 december 1998 Œ BS 15 december 1998)artikel 10 (21 februari 2002 Œ BS 26 februari 2002) artikel 11bis (21 februari 2002 Œ BS 26 februari 2002 en 6 januari 2014 Œ BS 31 januari 2014) artikel 14bis (2 februari 2005 Œ BS 17 februari 2005) artikel 22bis (23 maart 2000 Œ BS 25 mei 2000 en 22 december 2008 Œ BS 29 december 2008)artikel 23 (6 januari 2014 Œ BS 31 januari 2014) artikel 39bis (6 januari 2014 Œ BS 31 januari 2014) artikel 39ter (6 januari 2014 Œ BS 31 januari 2014) artikel 41 (11 maart 1997 Œ BS 2 april 1997, 12 maart 1999 Œ BS 9 april 1999, 26 maart 2005 Œ BS 7 april 2005 en 6 januari 2014 Œ BS 31 januari 2014) artikel 43 (6 januari 2014 Œ BS 31 januari 2014) artikel 44 (6 januari 2014 Œ BS 31 januari 2014) artikel 46 (6 januari 2014 Œ BS 31 januari 2014) artikel 56 (6 januari 2014 Œ BS 31 januari 2014) artikel 57 (6 januari 2014 Œ BS 31 januari 2014) artikel 59 (28 februari 1997 Œ BS 1 maart 1997) artikel 63 (19 juli 2012 Œ BS 22 augustus 2012)artikel 64 (6 januari 2014 Œ BS 31 januari 2014) artikel 65 (6 januari 2014 Œ BS 31 januari 2014) artikel 66 (25 maart 1996 Œ BS 19 april 1996) artikel 67 (10 juni 2004 Œ BS 11 juni 2004 en 6 januari 2014 Œ BS 31 januari 2014) artikel 68 (6 januari 2014 Œ BS 31 januari 2014) artikel 69 (6 januari 2014 Œ BS 31 januari 2014) artikel 70 (6 januari 2014 Œ BS 31 januari 2014) artikel 71 (25 maart 1996 Œ BS 19 april 1996 en 6 januari 2014 Œ BS 31 januari 2014) artikel 72 (6 januari 2014 Œ BS 31 januari 2014) artikel 74 (6 januari 2014 Œ BS 31 januari 2014) artikel 75 (6 januari 2014 Œ BS 31 januari 2014)

PAGE – 4 ============
4artikel 76 (6 januari 2014 ΠBS 31 januari 2014) artikel 77 (6 januari 2014 ΠBS 31 januari 2014) artikel 78 (6 januari 2014 ΠBS 31 januari 2014) artikel 79 (6 januari 2014 ΠBS 31 januari 2014) artikel 80 (6 januari 2014 ΠBS 31 januari 2014) artikel 81 (6 januari 2014 ΠBS 31 januari 2014) artikel 82 (6 januari 2014 ΠBS 31 januari 2014) artikel 100 (6 januari 2014 ΠBS 31 januari 2014) artikel 103 (12 juni 1998 ΠBS 16 juni 1998)Opschrift van Titel III, Hoofdstuk IV, Afdeling I, Onderafdeling I (9 juli 2004 ΠBS 13 augustus 2004)artikel 117 (6 januari 2014 ΠBS 31 januari 2014) artikel 118 (6 januari 2014 ΠBS 31 januari 2014) artikel 118bis (25 maart 1996 ΠBS 19 april 1996) artikel 119 (6 januari 2014 ΠBS 31 januari 2014) artikel 123 (6 januari 2014 ΠBS 31 januari 2014) artikel 125 (17 juni 1998 ΠBS 18 juni 1998)artikel 130 (20 mei 1997 ΠBS 21 juni 1997)artikel 135bis (6 januari 2014 ΠBS 31 januari 2014) Opschrift van Titel III, Hoofdstuk V en Afdeling II ervan (7 mei 2007 ΠBS 8 mei 2007)artikel 142 (7 mei 2007 ΠBS 8 mei 2007 en 6 januari 2014 ΠBS 31 januari 2014) artikel 143 (6 januari 2014 ΠBS 31 januari 2014) artikel 144 (6 januari 2014 ΠBS 31 januari 2014) artikel 147 (16 mei 2000 ΠBS 27 mei 2000)artikel 150 (7 mei 1999 ΠBS 29 mei 1999)artikel 151 (20 november 1998 ΠBS 24 november 1998 en 6 januari 2014 ΠBS 31 januari 2014) artikel 157 (17 december 2002 ΠBS 31 januari 2003) artikel 157bis (19 juli 2012 ΠBS 22 augustus 2012)artikel 160 (19 juli 2012 ΠBS 22 augustus 2012)artikel 162 (6 januari 2014 ΠBS 31 januari 2014) artikel 167 (6 januari 2014 ΠBS 31 januari 2014) artikel 168bis (19 juli 2012 ΠBS 22 augustus 2012)artikel 170 (6 januari 2014 ΠBS 31 januari 2014) artikel 180 (6 januari 2014 ΠBS 31 januari 2014) artikel 184 (30 maart 2001 ΠBS 31 maart 2001) artikel 195 (29 maart 2012 ΠBS 6 april 2012)

PAGE – 8 ============
8Hoofdstuk VI Œ De rechterlijke macht 62Hoofdstuk VII Œ De Raad van State en de administratieve rechtscolleges 69Hoofdstuk VIII Œ De provinciale en gemeentelijke instellingen 70Titel IV De buitenlandse betrekkingen 72Titel V De ˜nanciën 74Titel VI De gewapende macht 78Titel VII Algemene bepalingen 79Titel VIII De herziening van de Grondwet 80Titel IX Inwerkingtreding en overgangsbepalingen 83

PAGE – 9 ============
9DE GRONDWET TITEL IHET FEDERALE BELGIË, ZIJNSAMENSTELLING EN ZIJN GRONDGE BIEDArtikel 1 België is een federale Staat, samengesteld uit de gemeenschappen en de gewesten. Art. 2 België omvat drie gemeenschappen : de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap. Art. 3 België omvat drie gewesten : het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Gewest. Art. 4 België omvat vier taalgebieden : het Nederlandse taalgebied, het Franse taalgebied, het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad en het Duitse taalgebied. Elke gemeente van het Rijk maakt deel uit van een van deze taalgebieden. De grenzen van de vier taalgebieden kunnen niet worden gewijzigd of gecor -rigeerd dan bij een wet, aangenomen met de meerderheid van de stemmen in elke taalgroep van elke Kamer, op voorwaarde dat de meerderheid van de leden van elke taalgroep aanwezig is en voor zover het totaal van de ja-stemmen in beide taalgroepen twee derden van de uitgebrachte stemmen bereikt. Art. 5 Het Vlaamse Gewest omvat de provincies Antwerpen, Limburg, Oost- Vlaanderen, Vlaams-Brabant en West-Vlaanderen. Het Waalse Gewest omvat de provincies Henegouwen, Luik, Luxemburg, Namen en Waals-Brabant.

PAGE – 10 ============
10Een wet kan bepaalde gebieden, waarvan zij de grenzen vaststelt, aan de indeling in provincies onttrekken, ze onder het rechtstreekse gezag plaatsen van de federale uitvoerende macht en ze een eigen statuut toekennen. Deze wet moet worden aangenomen met de meerderheid bepaald in artikel 4, laatste lid. Art. 6 De onderverdelingen van de provincies kunnen alleen door de wet worden vastgesteld.Art. 7 De grenzen van de Staat, van de provincies en van de gemeenten kunnen niet worden gewijzigd of gecorrigeerd dan krachtens een wet. TITEL IBISALGEMENE BELEIDSDOELSTELLINGEN VAN HET FEDERALE BELGIË, DE GEMEENSCHAPPEN EN DE GEWESTENArt. 7 bisBij de uitoefening van hun respectieve bevoegdheden streven de federale Staat, de gemeenschappen en de gewesten de doelstellingen na van een duur -zame ontwikkeling in haar sociale, economische en milieugebonden aspecten, rekening houdend met de solidariteit tussen de generaties.

PAGE – 11 ============
11TITEL IIDE BELGEN EN HUN RECHTENArt. 8 De staat van Belg wordt verkregen, behouden en verloren volgens de regelen bij de burgerlijke wet gesteld. De Grondwet en de overige wetten op de politieke rechten bepalen welke de vereisten zijn waaraan men moet voldoen, benevens de staat van Belg, om die rechten te kunnen uitoefenen. In afwijking van het tweede lid kan de wet het stemrecht regelen van de burgers van de Europese Unie die niet de Belgische nationaliteit hebben, over -eenkomstig de internationale en supranationale verplichtingen van België. Het stemrecht bedoeld in het vorige lid kan door de wet worden uitgebreid tot de in België verblijvende niet-Europese Unie onderdanen, onder de voor -waarden en op de wijze door haar bepaald. Overgangsbepaling De wet bedoeld in het vierde lid kan niet worden aangenomen vóór 1 januari 2001. Art. 9 Naturalisatie wordt verleend door de federale wetgevende macht. Art. 10 Er is in de Staat geen onderscheid van standen.De Belgen zijn gelijk voor de wet; zij alleen zijn tot de burgerlijke en militaire bedieningen benoembaar, behoudens de uitzonderingen die voor bijzondere gevallen door een wet kunnen worden gesteld. De gelijkheid van vrouwen en mannen is gewaarborgd.

42 KB – 85 Pages