toegevoegde waarde. Traditioneel is de vraag als het gaat om de bescherming van natuur en landschap ‘wat dat dan wel niet allemaal kost, al dat onderhoud

47 KB – 23 Pages

PAGE – 2 ============
Nationaal Landschap Drentsche Aa Geldstromen verbonden aan de Drentsche Aa oktober 2010 Triple E – GS/BvM/TB Inhoudsopgave 1. De kern van het verhaal. ..3 2. Het FEBO-model. 7 3. De Drentse aanwezige geldstromen. 10 4. Triple A rating voor het landschap.. 17 5. De potentie. ..21 6. Een nieuwe Drentse aanpak.. ..23

PAGE – 3 ============
Nationaal Landschap Drentsche Aa Geldstromen verbonden aan de Drentsche Aa oktober 2010 Triple E – GS/BvM/TB 31. De kern van het verhaal Nationaal beek- en esdorpenlandschap en Nationaal L andschap Drentsche Aa hebben een jaarlijkse bijdrage van • 73,5 miljoen omzet (meetjaar 2009) a an voornamelijk bedrijven in de recreatiesector. Bovendien zijn hier ongeveer 1.150 arbeidsplaatsen mee gemoeid. Natuurlijk heeft de aanleg en het onderhoud ook veel geld gekost, maar het moge duide lijk zijn dat financiering van natuur en natuurbeheer niet zomaar kosten zijn, het zijn inve steringen. Het draagt bij aan de BTW-economie. BTW, het is voor veel ondernemers een problematisch e term. Heb je als ondernemer een goede deal gesloten, moet je over het gefactureerde bedrag nog 19% afdragen. Vooral veel startende ondernemers vergeten dat ze BTW moeten afdragen en komen in de problemen, omdat ze denken dat ze meer verdienen dan dat ze feitelijk doen. Maar wie beter kijkt ziet een heel ander mechanisme. BTW staat namelijk voor ‘belasting op toegevoegde waarde’. He t betekent dus dat een onderneming toegevoegde waarde moet creëren om deze belasting te betalen. E n wie de rol van de overheid helemaal door een roze bril wil bekijken zou feitelijk kunnen zeggen dat de BTW ons verplicht tot het creëren van toegevoegde waarde. Traditioneel is de vraag als het gaat om de bescher ming van natuur en landschap ‘wat dat dan wel niet allemaal kost, al dat onderhoud van die bossen, ven nen en van muggen vergeven moerassen’. Moeten we daar onze zuurverdiende centen aan uitgeven? Moe t het geld dat we bijeen hebben geschraapt met het betalen van BTW uitgeven aan onderhoud van heid evelden en het behoud van de geelgors? Welnu, de vraag is niet helemaal terecht, maar als we dan toch een antwoord moeten geven: volmondig ja! Traditioneel is de rol van de overhei d het aanleggen van infrastructuur: wegen, spoorlijnen, havens en wat al niet meer. We zijn he t er allemaal over eens dat deze infrastructuur waarde toevoegt aan het productieproces van bedrijv en. Natuurlijk niet aan alle bedrijven, als je recreatieondernemer bent, ben je niet blij met een Betuwelijn in de achtertuin. Dan heb je als ondernemer toch echt last van het Not In My Back Ya rd (NIMBY)-syndroom. In dat geval heb je liever een fraai nieuw natuurgebied, dat bijvoorbee ld ook nog eens de status van Nationaal Park krijgt . Dat voegt immers waarde toe aan jouw product. Dat is waarom natuur en landschap deel uitmaken van de ‘BTW-economie’. Aanleg en beheer van natuurgebieden is vergelijkbaar met de aanleg van t raditionele infrastructuur. Natuurgebieden voegen waarde toe aan het ‘productieproces’ van bijvoorbee ld recreatieondernemers. Was het niet Midas Dekkers die ooit zei: ‘Ah kijk een pannenkoekenhuis , dan kan de natuur niet ver weg meer zijn!’. Dat is een waardetoevoegend effect, dat ook woningbezit ters en makelaars kennen. Niet alleen is het bekend dat woningen in een groene omgeving 4 tot 30 % meer waard zijn dan hetzelfde type woningen in een niet-groene omgeving, ook is ooit door Tripl e E onderzocht wat de toegevoegde waarde van de aanwijzing van een natuurgebied tot Nationaal Park is. Volgens de gesproken makelaars stijgen de huizenpri jzen met 3 tot 5% bij de benoeming tot Nationaal Park. De economie gaat dus niet op slot. Integendee l, de titel Nationaal Park genereert juist waarde. In dit geval kunnen we echter niet zozeer spreken van de BTW-economie, als wel van de ozb-economie. Want in dit geval roomt de overheid een deel van de toegevoegde waarde van natuur en landschap af via de onroerendezaakbelasting. Voor het stroomgebi ed van de Drentsche Aa jaarlijks • 367.000 aan ozb en • 3,7 miljoen aan overdrachtsbelasting. Dit kunnen we voor een overheid ook positief herformuleren: een overheid die veel ozb wil binnen halen kan huizen beter van het nodige groen voorzien, om daarmee een hoogwaardige leefomgeving te creëren waar mensen meer voor willen betalen. In plaats van belasting op toegevoegde waarde denke n veel mensen dat BTW staat voor ‘bruto toegevoegde waarde’. De bruto toegevoegde waarde is echter wat anders, namelijk de toegevoegde waarde inclusief de bedragen die opzij worden gezet voor vervangingsinvesteringen. Het is wel even

PAGE – 4 ============
Nationaal Landschap Drentsche Aa Geldstromen verbonden aan de Drentsche Aa oktober 2010 Triple E – GS/BvM/TB 4leuk daarbij stil te staan, want natuurbeheer en na tuurbescherming worden niet gezien als een investering. Op natuur wordt ook niet afgeschreven, hoewel sommige cynici zullen zeggen dat de natuur in Nederland al in het geheel is afschreven. Maar het is wel opvallend dat we in Nederland dus niet afschrijven op natuur en landschap na de aanko op, zodat we voor de kosten van beheer zijn aangewezen op subsidies. Dat heeft echter zo zijn n adelen. Immers, subsidies zijn discontinu, het kost veel moeite om ze te krijgen en de bureaucratische rompslomp is niet zelden hoog. Maar in het huidige systeem is het noodzakelijk om hiervan gebruik te m aken, omdat we de natuur anders inderdaad versneld kunnen afschrijven. Nationaal Landschap Drentsche Aa is nog lang niet a fgeschreven. Het relatief ongeschonden natuurlijke beeksysteem met keileemplateaus maakt h et gebied tot één van de meest waardevolle laaglandbeeksystemen van West-Europa. De vele bezoe kers genieten van het afwisselende landschap met verschillende natuur, landbouwgrond en de vele kleine boerendorpen. De economische baten laten zien dat het Nationaal Landschap ook belangrijk is voor de regionale economie. Daarmee is duidelijk dat de uitgaven aan het landschap inderdaad als inv esteringen kunnen worden gezien. Daarnaast biedt dit perspectief. Het is te verwachten dat uitgaven aan het landschap ook in de toekomst zullen bijdragen aan de regionale economie. Zeker als de p otentie in ogenschouw wordt genomen. Uit een vergelijking met andere natuurgebieden in Nederland blijkt namelijk dat de baten per hectare in Nationaal Landschap Drentsche Aa relatief laag zijn . Dit betekent dat, ondanks dat de baten reeds substantieel zijn, binnen Nationaal Landschap Drent sche Aa nog veel ruimte voor economische groei is (zie hoofdstuk 5). Overzichtstabel per jaar BATEN KOSTEN in EUR’000 Huidig Huidig WoningeigenarenProjecten Woningwaarde-natuur435.235Landbouw186 Natuur en Landschap401 Ondernemers Recreatie226 Omzet73.524Voorlichting en Educatie11 Resultaat voor belasting8.626Water2.286 Resultaat na belasting5.206 Totaal5.206SubTotaal3.111 Overheid Vennootschapsbelasting1.951 Realisatie EHS1.402 Dividendbelasting1.468 OZB 367 Overdrachtsbelasting3.731 Beheer natuurterreinen2.474 Toeristenbelasting627 Totaal7.517 Totaal12.723Totaal6.987 Tabel 1.1: Overzichtstabel huidige jaarlijkse baten (2007) en kosten (2002-2009) te relateren aan Nati onaal Landschap Drentsche Aa (zie ook hoofdstuk 3 en 4) Het zijn niet alleen de cijfers die de huidige en t oekomstige bijdrage aan de regionale economie van het stroomgebied van de Drentsche Aa onderstrepen. In het gebied is namelijk sprake van een unieke alliantie van partijen, waardoor het ook zeer goed mogelijk is om de kansen die natuur en landschap en

PAGE – 5 ============
Nationaal Landschap Drentsche Aa Geldstromen verbonden aan de Drentsche Aa oktober 2010 Triple E – GS/BvM/TB 5de titel Nationaal Park bieden ook te maximaliseren . En dat is natuurlijk weer belangrijk voor de regi o die niet in het hart van de Nederlandse economie li gt en zich duidelijk moet onderscheiden. Daarbij is de keuze gemaakt voor kwaliteit; kwaliteit in het t oeristische recreatief product en kwaliteit van de groene infrastructuur. Een duidelijke, eigenwijze s trategie en een prachtige niche. Kwaliteit leidt to t toegevoegde waarde en deze toegevoegde waarde moet zich dan ook uiten in de geldstromen. Waar ondernemers, bewoners, beheerders en de overheid sa menwerken en samen hun verantwoordelijkheid nemen, kan het stroomgebied van de Drentsche Aa zic h blijven ontwikkelen, ook economisch. Voor de ondernemer of bewoner van het stroomgebied van de Drentsche Aa zullen de resultaten en conclusies niet geheel uit de lucht zijn komen vall en. Toch zullen er ook bij hen vragen zijn over de totstandkoming van de precieze cijfers en conclusie s. In de volgende hoofdstukken laten we zien hoe we de resultaten, die volgen uit de kwaliteiten van het stroomgebied Drentsche Aa, hebben ingeboekt en hoe ervoor kan worden gezorgd dat we in de toeko mst nog betere resultaten kunnen inboeken. En dan niet zoals in rapportages als deze, maar hopeli jk ook in de praktijk.

PAGE – 8 ============
Nationaal Landschap Drentsche Aa Geldstromen verbonden aan de Drentsche Aa oktober 2010 Triple E – GS/BvM/TB 8Daarmee kan vervolgens een meer fundamentele transi tie in het investeringsgedrag van zowel overheid als het bedrijfsleven richting bescherming van natuur en landschap worden bewerkstelligd. Bij dit onderzoek naar het in kaart brengen van de baten van natuur en landschap liggen de functies di e de aanwezige natuur en landschap voor de mens vervu llen aan de basis. Deze functies zijn in de 70’er jaren goed omschreven in het Globaal Ecologisch Mod el van Van der Maarel c.s. Op basis van het toedelen van de juiste functies aan bepaalde locati es kon volgens de planologen achter het Globaal Ecologisch Model de schaarse ruimte waarmee we in N ederland worstelen het meest effectief worden ingedeeld. De ‚maakbare samenleving™ mag dan als co ncept niet helemaal hip meer zijn, het Globaal Ecologisch Model blijkt naar onze mening de tand de s tijds beter te hebben doorstaan, want het is nog steeds actueel en goed toepasbaar. Maar wat maakt h et Globaal Ecologisch Model dan zo modebestendig? Welnu, dat heeft alles te maken met eenvoud en stijl. Binnen het Globaal Ecologisch Model (GEM) worden namelijk slechts vier groepen fu ncties onderscheiden die de natuur voor de mens vervult, namelijk: 1. Draagfuncties. Deze hebben betrekking op de natuur als drager van menselijke activiteiten en afvalstoffen. Hierbij dient gedacht te worden aan wonen, werken en de opvang van emissies in de lucht en het oppervlaktewater. 2. Productiefuncties. In dit geval fungeert de natuur als producent en l everancier van water, zuurstof, biomassa en delfstoffen. 3. Regulatiefuncties. Het gaat dan om de functies die gericht zijn op he t behoud van het natuurlijke evenwicht op aarde, zoals het vastleggen van CO 2, de filtering van vervuilde lucht, zuivering van hemel- en afvalwater, et cetera. 4. Informatiefuncties. De natuur als informatiebron. Wat kunnen wij leren van de natuur en hoe vormt de natuur ons? Om het model actueel te houden is binnen het kader van een aantal studies nog één functie toegevoegd, namelijk: 5. Recuperatiefuncties. De natuur als bron van menselijk welzijn (recreati e) en de menselijke gezondheid (zorg). Bovenstaande functies vormen de basis van het FEBO- model. De functionaliteit van natuur en landschap voor de mens betekent dat de natuur econo mische potentie heeft. Onderdelen van de natuur zijn ‚nuttig™, al is het maar om tot rust te komen. Dit betekent dat er geld kan worden verdiend aan d e natuur door arrangementen en producten te ontwikkel en. Natuur en landschap zijn natuurlijk al lang nuttig. Daarom kunnen we verwachten dat we dit in h et dagelijkse economische verkeer reeds kunnen terug zien. Veel recreanten genieten bijvoorbeeld a l van het stroomgebied van de Drentsche Aa en huren daarbij fietsen of eten pannenkoeken. De FEBO -methode verloopt vervolgens volgens het volgende stramien: 1. het bepalen van de belanghebbenden (op basis van he t GEM); 2. het in kaart brengen van de geldstromen in het alge meen en vervolgens het deel dat te herleiden is tot het desbetreffende natuurgebied (toedeling); 3. het in kaart brengen van de economische effecten va n maatregelen die worden genomen in en rond de natuurgebieden, bijvoorbeeld door overheden; 4. eventueel het vaststellen van terugverdientijden of maatschappelijk rendement. De eerste stap betreft het in kaart brengen van de belanghebbenden. Via de functies van het gebied kunnen de partijen worden benoemd die binnen het on derzoeksgebied een economisch belang hebben bij de aanwezigheid van natuur, water of het landsc hap, hetzij door gebruik, hetzij door beleving. Dez e

PAGE – 9 ============
Nationaal Landschap Drentsche Aa Geldstromen verbonden aan de Drentsche Aa oktober 2010 Triple E – GS/BvM/TB 9belanghebbende partijen variëren van huishoudens, g ebiedseigenaren, terreinbeheerders en ondernemers tot de (lokale) overheden. Zij hebben a llen inkomsten die (gedeeltelijk) te relateren zijn aan natuur en landschap of aan het water. Het is be langrijk op te merken dat zij bijvoorbeeld niet alt ijd in het natuurgebied zelf gesitueerd hoeven te zijn. Ook op enige afstand kunnen partijen nog steeds baat hebben bij bijvoorbeeld de aanwezigheid van ee n natuurgebied, bijvoorbeeld omdat een deel van de bezoekers van natuurgebieden in de omgeving muse a en horeca bezoekt. In de tweede stap worden de geldstromen in kaart ge bracht die door deze belanghebbenden worden gegenereerd en die te herleiden zijn tot de aanwezi gheid van de natuur en het water. Het betreft dan bijvoorbeeld omzet, toegevoegde waarde aan woningen die nabij het groen of aan het water liggen, kostenbesparingen, et cetera. Hiertoe zijn onder me er databases opgebouwd, die tot op postcodeniveau achterhalen waar bedrijven zich bevinden en wat de omzet is. In principe kan tot op het niveau van het individuele bedrijf, of tot op het niveau van wijke n worden nagegaan of de omzet van het bedrijf of de waarde van een woning enige relatie heeft met de aa nwezigheid van natuur in het onderzoeksgebied. De omzet van de bedrijven wordt herleid uit data va n de Kamers van Koophandel en omvat ofwel de ‚echte™ omzet van de bedrijven, ofwel – wanneer een en ander niet is overhandigd – een branchegemiddelde. Voor het bepalen van deze branch egemiddelden is gebruik gemaakt van marktgemiddelden, gebaseerd op cijfers van het Econ omisch Instituut voor Midden- en Kleinbedrijf (EIM). Daarmee sluit de FEBO-methode niet alleen go ed aan bij de dagelijkse economische werkelijkheid, maar worden de data ook jaarlijks ge actualiseerd. De partijen in een onderzoeksgebied hebben niet all emaal hetzelfde belang bij natuur en landschap. Ten eerste zijn er de partijen die een directe rela tie hebben met natuur en landschap. Dat zijn bijvoorbeeld de gebiedseigenaren, terreinbeheerders en gebruikers van de grond of de partijen die zich in de directe nabijheid van een natuurgebied bevind en en van wie de omzet voor een belangrijk deel te herleiden is tot dit natuurgebied. Van een minder d irecte relatie met natuur en landschap is sprake bi j de economische actoren, van wie slechts een klein d eel van de omzet of waardetoevoeging is toe te rekenen aan natuur en landschap. Vervolgens zijn er de gemeenten, de waterschappen en de Rijksoverheid. Zij genereren bepaalde geldstromen v anuit natuur en landschap, namelijk onroerendezaakbelasting (ozb), inkomsten-, dividend – en vennootschapsbelasting. Ten slotte zijn er partijen die indirect baat hebben bij natuur en lan dschap, maar waarvan het moeilijk is deze baten precies te herleiden naar bijvoorbeeld een natuurge bied. Het betreft dan onder andere toeleveranciers van partijen met een meer directe relatie tot natuu r en landschap, openbaar vervoerbedrijven et cetera . Als we de baten van natuur en landschap in kaart he bben gebracht, kunnen we ook bepalen wat de economische effecten van toekomstige maatregelen zi jn. Bovendien kunnen we vergelijkingen maken met andere gebieden en een inschatting van de poten tie van het gebied maken.

PAGE – 10 ============
Nationaal Landschap Drentsche Aa Geldstromen verbonden aan de Drentsche Aa oktober 2010 Triple E – GS/BvM/TB 10 3. De Drentse aanwezige geldstromen De Drentsche Aa is niet toevallig zo goed geconserv eerd. Het landschap is goed gewaardeerd. De grootschalige landinrichting, die op veel plaatsen in Nederland het beeld van het landschap sterk heef t beïnvloed, is hier met zorg voor het landschap uitg evoerd. Bovendien ging de landinrichting voorbij aan grote delen van de beekdalen. Door de jaren hee n heeft de Drentsche Aa veel verschillende beschermingregimes gekend. Sinds 2002 kwam de erken ning als uitermate waardevol natuurgebied toen het werd aangewezen als Nationaal Park. Sinds 2007 is de Drentsche Aa ook aangewezen als Nationaal Landschap. Het gebied dat is aangewezen a ls Nationaal Landschap is drie keer zo groot, dan het Nationaal Park. Figuur 3.1: de grenzen Van alle inspanningen profiteren niet alleen de nat uur en het landschap, ook de regionale economie geniet baten. Naar deze baten gaan we in dit hoofds tuk op zoek. Omdat veel economische activiteiten zich vooral aan de rand van natuur afspelen, bestaa t het onderzoeksgebied uit de grens van Nationaal Landschap Drentsche Aa plus een buffer van 2 km, be halve rond Assen. In figuur 3.1 is de grens van het Nationaal Park (oranje lijn rond blauwe stippen ), het Nationaal Landschap (groene lijn rond rode+blauwe stippen) en het totale onderzoeksgebied (grijze lijn rond gele+rode+blauwe stippen) weergegeven. We zullen beginnen met het identificeren van baten vanuit de aanwezige bedrijven die zijn te herleiden tot het aanwezige landschap. Dit vindt plaats in ve rschillende stappen. We beginnen met een overzicht van de totale baten in het stroomgebied van de Dren tsche Aa. Vervolgens maken we een selectie van de bedrijven, waarvan het aannemelijk is dat een de el van omzet is te herleiden tot het aanwezige

PAGE – 11 ============
Nationaal Landschap Drentsche Aa Geldstromen verbonden aan de Drentsche Aa oktober 2010 Triple E – GS/BvM/TB 11 landschap. De volgende stap is het bepalen van het deel van de omzet dat te herleiden is tot het landschap om zo de totale omzet per sector te kunne n weergeven (tabel 3.4). Vervolgens rekenen we uit hoeveel de aandeelhouders en de overheid (belas tingen) aan het landschap verdienen (tabel 3.5). Aantal organisatiesTotale omzet in EUR’000Aantal ba nen Bouw 309288.3641.382 Energie 828.88725 Handel 633146.2132.785 Horeca 18442.1001.097 Industrie 247210.5551.131 Landbouw 20765.384568 Niet-commerciele dienstverlening1.840703.8816.604 Transport 10983.411566 Zakelijke dienstverlening1.605817.1845.025 Jacht en Bosbouw 41.25111 Delfstofwinning 4200.02871 Totaal 5.1502.587.25819.265 Tabel 3.1: bedrijvigheid naar sector in onderzoeksg ebied Drentsche Aa In tabel 3.1 is het eerste overzicht van de regiona le economie weergegeven. Binnen het onderzoeksgebied staan ruim 5.150 organisaties inge schreven bij de Kamer van Koophandel (KvK), waaronder bijna 1.100 stichtingen en verenigingen. Financiële holdings zijn niet meegeteld. De landbouwsector is een uitzondering, omdat het voor de meeste bedrijven in de agrarische sector niet verplicht is zich in te schrijven bij de KvK. Het a antal landbouwbedrijven en de bijbehorende omzet en werkgelegenheid is daarom gecorrigeerd aan cijfe rs van het LEI en CBS. De bedrijven genereren samen ruim 19.000 duizend arbeidsplaatsen. Hierin i s de niet-commerciële dienstverlening de grootste werkgever, gevolgd door de zakelijke dienstverlenin g. De indeling naar sector is dezelfde als degene die het CBS hanteert. Dit leidt soms tot een enigszins vreemd aandoende indeling, omdat commerciële bedrij ven soms worden ingedeeld bij de sector niet- commerciële dienstverlening, zoals kappers en schoo nheidsspecialisten, sport, recreatie en evenementenbureaus, et cetera. Binnen de sector com merciële dienstverlening zien we verder activiteiten op het gebied van onderwijs, gezondhei dszorg, kinderopvang, maatschappelijke organisaties, overkoepelende organisaties, welzijns zorg, sport, cultuur en kunst. Organisaties binnen de zakelijke dienstverlening zi jn markt-, opinie- , onderzoekbureaus, economische adviesbureaus, architecten, bedrijven in de automat isering, financiële instellingen, accountants, uitzendbureaus en bedrijven op het gebied van keuri ng, controle, beveiliging. De handelssector bestaat uit zowel groothandel als detailhandel en apotheken . De sector delfstoffen bestaat bijna in zijn gehee l uit zandwinning en waterwinning wordt gerekend tot energiewinning. De transportsector behelst zowel personenvervoer als goederenvervoer. Ook laad centra en communicatie horen hierbij. De recreatiesector valt bijna in zijn geheel binnen de sector horeca. Zodra er eten, drinken of overnacht en bij komt kijken, maakt het onderdeel uit van horeca sector. Voor het bepalen van de omzet en werkgelegenheid, d ie is te relateren aan de natuur en landschap van de Drentsche Aa, is een selectie gemaakt van bedrij ven met activiteiten waarvan een relatie met natuur en landschap kan worden verondersteld. Dit heeft pl aatsgevonden op basis van de zogenaamde

47 KB – 23 Pages